Programma 3Ontwikkeling van de stad maatschappij

* (exclusief) reserves
Begroot € 369.817
Realisatie € 359.621
Verschil * € -10.196
Begroot € 120.290
Realisatie € 134.242
Verschil * € 13.952

Wat willen we bereiken?

Visie

Ontwikkeling werkt aan een evenwichtige maatschappelijke, ruimtelijke en economische ontwikkeling van Breda. Het programma “Ontwikkeling van de stad Maatschappij” heeft tot doel om zorg te dragen voor verhoging van de maatschappelijke, economische, culturele en sociale participatie van de inwoners van Breda.
In Breda maken mensen de stad en zorgen zij voor elkaar. Daarbij hoort een lokale overheid die investeert in een goede basis, vertrouwt op de kracht, het talent en de diversiteit van de inwoners. Maar ook een overheid die alert is op dreigende problematiek of afglijden.

De nieuwe taken die we op 1 januari 2015 gedecentraliseerd krijgen vanuit het rijk zijn van grote invloed op onze keuzes. Het is meer dan ooit van belang dat we binnen het sociaal domein, met oog voor de afnemende budgetten, de juiste afwegingen maken: wat helpt mensen vooruit in het leven en hoe doen wij dat het meest effectief en efficiënt? Wij gaan het komende jaar in gesprek over de maatschappelijke effecten die we nastreven (en de rol van de overheid daarbij), met de gemeenteraad, ervaringsdeskundigen, experts en onze uitvoeringspartners. Samen ontwikkelen we één samenhangend kader voor het sociaal domein, met één samenhangend budget.

Context

We dragen bij aan een goede basis
Door het creëren van een goed ondernemersklimaat, werkgelegenheid, het versterken van de sociale en economische structuur en het bieden van ruimte voor de ontwikkeling van topkennis, zorgen we voor versterking van de centrumfunctie van Breda en de stad als geheel.
We optimaliseren de dienstverlening aan ondernemers en we faciliteren hen waar mogelijk. Regionaal nemen we een voortrekkersrol en weten we waar de grootste kansen qua samenwerking liggen. Het onderwijsveld is een essentiële partner voor ontwikkeling en vernieuwing van de arbeidsmarkt, ondernemerschap en ontwikkeling van talenten. Er wordt ingezet op een zo groot mogelijke en succesvolle deelname van jongeren aan onze maatschappij. Behalve de genoemde factoren draagt het stimuleren van participatie bij aan imagoverbetering van de wijken en daarmee van de stad als geheel.
De strategische maatregelen (City Making) die in de visie op de binnenstad zijn opgenomen worden samen met alle partners in de stad uitgewerkt tot een uitvoeringsagenda. De belofte van ‘City Making‘ is onder andere dat de gemeente in een vroeg(er) stadium en op een andere manier (door middel van netwerksamenwerking) haar partners betrekt bij beleidskeuzes, projecten en bijbehorende uitgaven.
Ook voor de burger draagt de gemeente bij aan een goede basis. Breda wordt gekenmerkt door een hoge mate van leefbaarheid met goede voorzieningen voor een ieder, zodat iedereen zo lang mogelijk gezond en vitaal zelfstandig kan wonen en leven. Om dit te realiseren is een gevarieerd aanbod van woningen en woonmilieus, wijk-, onderwijs-, sport- en cultuurvoorzieningen. De inzet van (voldoende) vrijwilligers is hierbij essentieel. Breda heeft een positief opvoed- en opgroeiklimaat met kwalitatief goede basisvoorzieningen. Daarnaast stimuleren we een actieve en gezonde leefstijl onder alle lagen van de bevolking gestimuleerd.

We versterken de kracht van de stad
In Breda maken mensen de stad door zich in te zetten voor elkaar. En met elkaar voor de buurt, wijk of dorp. Het herverdelen van verantwoordelijkheden tussen burgers, partners en overheid is een flinke uitdaging.
De cijfers laten zien dat er in Breda nog geen sprake is van een evenwichtige maatschappelijke, ruimtelijke en economische ontwikkeling van onze wijken en dorpen. Zo is in de wijkontwikkelingswijken de groei van de bijstand fors groter en de deelname aan sport en cultuur bijvoorbeeld door kinderen en jongeren juist fors lager dan het gemiddelde in de gemeente. Met het oog op de veranderingen in het sociaal domein en het beroep dat wij hierbij doen op onze buurten en wijken, zijn wij de komende tijd extra alert op de ontwikkelingen in díe wijken die sociaal-economisch minder krachtig zijn. Wij blijven ons samen met tal van partners inzetten en financiële ondersteuning bieden voor een evenwichtige ontwikkeling van de wijken en dorpen in Breda. Goedlopende of net opgestarte aanpakken in de wijkontwikkelingswijken zetten wij voort, maar wij maken ook ruimte voor een nieuwe aanpak.

Ondersteuning en zorg
Als een cliënt (jong of oud) een probleem ervaart in het dagelijkse leven dan moet hij weten waar hij terecht kan. We kiezen voor een aanpak vanuit de gedachte ‘één gezin één plan’. Vooralsnog is de toeleiding naar zorg voor jeugd via het CJG georganiseerd, en voor volwassenen/ouderen via het wijkteam. Samen met vrijwilligers, mantelzorgers, professionals en de betrokkenen zelf wordt gekeken welke ondersteuning nodig is en hoe deze ondersteuning
het beste kan plaatsvinden. Er wordt daarbij gewerkt op basis van het principe dat eerst gekeken wordt wat iemand zelf kan, wat zijn omgeving kan betekenen en wat met vrijwilligers kan worden opgelost. Vervolgens wordt gekeken welke andere, meer ‘welzijnsachtige’ oplossingen mogelijk zijn. Pas als dat niet mogelijk is worden individuele (maatwerk)voorzieningen ingezet. Uitgangspunt is dat de ondersteuning (zowel de toegang als de ondersteuning zelf) zo dicht mogelijk bij de cliënt (thuis of in de wijk) is georganiseerd.

We stimuleren het ontstaan van zorgcoöperaties die zich inzetten voor behoud van zorg, diensten en faciliteiten in dorp of wijk. Met als doel dat ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking, ook bij een toenemende zorgvraag, in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Zo zorgen wij gezamenlijk voor een goed leefklimaat.

Mantelzorgers en vrijwillige inzet
Heel veel zorg in Breda wordt geleverd door de meer dan 20.000 mantelzorgers. In de toekomst is er nog meer aandacht voor het tijdig herkennen en erkennen van de situatie van de mantelzorger. We realiseren een laagdrempelige vraagbaak waar zij terecht kunnen met kleine en grote uitdagingen die ze tegenkomen. De opgedane ervaringen gebruiken we om beleid waar nodig bij te sturen.
Wij waarderen, stimuleren en ondersteunen vrijwilligers waar nodig. Wij nemen belemmeringen weg om vrijwilligerswerk te doen. Hulpvragers en vrijwilligers in de zorg vinden elkaar steeds gemakkelijker op www.zorgvoorelkaar.com. Voor andere terreinen zoals sport, cultuur, vrije tijdsbesteding, onderwijs is er de gelieerde online marktplaats: www.Bredavoorelkaar.nl. De gemeente maakt afspraken met zorg- en welzijnsorganisaties over (gelijkwaardige) samenwerking tussen betaalde krachten en vrijwilligers. We hanteren daarbij het principe ‘Vrijwillig waar het kan, betaald waar het moet, professioneel waar nodig’.

Sport
Sport is voor veel mensen een sociale en zinvolle activiteit die zij uit eigen beweging ondernemen. De stad heeft baat bij de positieve neveneffecten van deze invulling van vrije tijd, zoals bevordering van de gezondheid, tegengaan van overgewicht en stimulering van de algemene ontwikkeling van kinderen en jongeren. Door ondersteuning van vitale en maatschappelijk betrokken verenigingen, bijvoorbeeld door buurtsportcoaches, wordt de enorme kracht van vrijwilligers in de sport optimaal benut. Er is ruimte voor talent, gericht op ontwikkeling van topsporttalent in de regio en het mogelijk maken van zowel topsport- als breedtesportevenementen. Accommodaties van maatschappelijk betrokken verenigingen bieden kansen zich te ontwikkelen tot centra waar educatieve, zorg- of welzijnsactiviteiten tijdelijk of permanent onderdak kunnen vinden en waar de sport mogelijkheden schept voor dagbesteding, opdoen van werkervaring en beweegactiviteiten voor allerhande doelgroepen. Om aan te sluiten op de wens van veel mensen om ongebonden te bewegen en te sporten is zorg nodig voor paden, routes en parken en een beweegvriendelijke inrichting van de openbare ruimte.Het accommodatiebeleid richt zich vooral op een optimale ruimtelijke spreiding van voorzieningen, gebruik van die voorzieningen door vitale verenigingen en optimalisatie van het beheer en onderhoud. Verduurzaming wordt ook voor de sport een belangrijke opgave: terugdringing van energieverbruik, winning van energie door zonnepanelen, een gezondere kantine. Verenigingen worden begeleid in de overgang naar een meer duurzame exploitatie.

Werk
Werk is de manier om economisch maar ook sociaal zelfredzaam te zijn. Zorgen dat mensen zonder werk weer een baan vinden of aan de slag gaan als zelfstandig ondernemer is hét speerpunt van de nieuw in te voeren Participatiewet in 2015. We gaan vooral uit van iemands talenten en mogelijkheden, in plaats van zijn beperkingen. De ATEA-groep, waaronder het leerwerkbedrijf van Breda, richt zich vooral op het investeren in mensen die willen en (nog) niet alleen aan de slag kunnen. Het doel is zoveel mogelijk mensen naar vermogen te laten werken in een reguliere baan, waarbij iedereen zijn of haar maximale verdiencapaciteit kan realiseren. Wie (tijdelijk) onvoldoende inkomen heeft of wie de eigen verantwoordelijkheid niet kan nemen, biedt de gemeente een toegankelijk vangnet van (tijdelijke) inkomensondersteuning. Daarnaast werkt de gemeente binnen de gehele regio samen met het UWV, onderwijs, kenniscentra en andere sociale partners om mensen met of zonder arbeidsbeperking op de beste manier aan het werk te helpen binnen een reguliere baan.
Wij vragen ook het bedrijfsleven om verantwoordelijkheid te nemen. Afspraken rondom social return zijn een verplicht onderdeel bij aanbestedingen. In contracten tussen gemeente en externe partijen worden afspraken gemaakt over de inzet van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, die zo een kans krijgen op een baan of (werk)ervaring op kunnen doen.

Armoede
Breda houdt voortdurend oog voor bestaande armoede. Armoede zet mensen op grote achterstand wat de mogelijkheden tot solliciteren en werkaanvaarding vaak fors inperkt. De bestrijding van armoede heeft daarom alle aandacht nodig. Er komen vanuit het Rijk extra structurele middelen naar de gemeente, welke we volledig inzetten voor het bestrijden van armoede, onder andere door de uitbreiding van de collectieve verzekering van de ziektekosten. Ook zetten we in op een betere benutting van de bijzondere bijstand en meer maatwerkoplossingen. Het jeugdsport- en cultuurfonds houden we in stand om het kinderen, die in armoede leven, mogelijk te maken om deel te nemen aan sport- en cultuuractiviteiten. Er is een vangnet voor de meest kwetsbaren. Breda is centrumgemeente voor de maatschappelijke opvang. Wij werken (onder de noemer Stedelijk Kompas) in regionaal verband en maken afspraken over activiteiten gericht op (dreigende) dak- en thuislozen in het kader van maatschappelijke opvang, verslavingszorg en openbare geestelijke gezondheidszorg. Het uitgangspunt van dit beleid is dat niemand vrijwillig op straat leeft. De aanpak concentreert zich op preventief ingrijpen (zoals het voorkomen van huisuitzettingen). Verder bieden wij iedereen een individueel zorgaanbod. Vanaf 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor ‘beschermd wonen’, de woonvoorzieningen voor mensen met zwaardere psychische problematiek en de woonvoorzieningen in de maatschappelijke opvang, zoals De Vliet en De Gaarshof. Het Steunpunt huiselijk geweld wordt per 2015 geïntegreerd met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en gaat verder als Veilig Thuis (AMHK - advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling). In het regionale beleidskader voor de aanpak van huiselijk geweld wordt duidelijk aangegeven dat gemeenten vooral ook inzetten op preventie (voorlichting, consultatie en (vroeg)signalering).

Onderwijs
Alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs hebben per augustus 2014 een zorgplicht. Scholen zijn meer verantwoordelijk om aan leerlingen die extra onderwijsondersteuning nodig hebben een passende onderwijsplek te bieden. De scholen en de gemeenten zijn verantwoordelijk voor een goede samenwerking. Zij stemmen af welke ondersteuning op school nodig is en welke zorg de leerling in de thuissituatie nodig heeft. De decentralisatie van de jeugdzorg en de ontwikkeling van passend onderwijs gaan hand in hand. Dit gebeurt in de wijken met inzet van school CJG-ers op iedere school en in de regio door goede samenwerkingsafspraken over zorg op school en thuis.

Kennisstad
Breda biedt een kwalitatief hoogwaardig aanbod van (beroeps)onderwijs en een internationale school voor alle leeftijden. In de bestuurlijke overleggen van het onderwijs staat de strategische samenwerking rondom topkennis in stad en regio centraal. Daarbij blijft de verbinding tussen de speerpuntsectoren (logistiek, aintenance en biobased economy) en onderwijs belangrijk. Om Breda als Kennisstad zichtbaarder te maken wordt onder andere een Stadsbrede introductieweek voor alle HBO studenten (inclusief Nederlandse Defensie Academie) georganiseerd, waarin ze kennismaken met de stad, er volgen meerdere gezamenlijke initiatieven komend jaar.

Met het wegvallen in 2015 van de rijksmiddelen voor maatschappelijk stages gaan we werken met een andere aanpak. Onderwijs is meer dan de talentontwikkeling van individuen. Er is steeds meer aandacht voor maatschappelijk betrokken onderwijs, lokaal en globaal. In afstemming met de huidige partners van de maatschappelijke stage, die in de huidige verplichte vorm verdwijnt, wordt een vervolg gegeven aan de samenwerking tussen scholen, maatschappelijke organisaties en gemeente. Daarbij wordt onder meer aangehaakt aan innovatieve platforms in het bedrijfsleven en maatschappelijke veld.

Taal
Taal verrijkt en opent en verbindt werelden. Daarom is taal een speerpunt voor 2015. Initiatieven zoals Bredataal, gericht op het ondersteunen bij het leren of verbeteren van de Nederlandse taal, zijn een krachtenbundeling van o.a. de bibliotheek en vrijwilligersorganisaties gericht op taal. Door de diverse programma’s rondom taal gericht op (jonge) kinderen, in de voorschool, de eerste opvang anderstaligen en de schakelklassen te koppelen aan programma’s voor bijvoorbeeld volwassenen wordt hun (toekomstige) participatie in de samenleving vergroot. In volwasseneducatie wordt de arbeidsmarkregio het uitgangspunt (16 gemeenten), die gezamenlijk een regionaal plan van educatievoorzieningen opzetten.

Wat gaan we daarvoor doen?

3.1 Transitiefase decentralisatieopgaven

Speerpuntindicatoren

SpeerpuntindicatorNormRealisatie
1Het uitvoeren van de transitie van de decentralisatieopgaven.

Toelichting
Alle benodigde beleidskaders en verordeningen; Wmo (inclusief Beschermd Wonen), Participatie en Jeugdhulp zijn gerealiseerd. Ook zijn er tijdig contracten gesloten met aanbieders in het kader van de Jeugdwet en de Wmo (inclusief Beschermd Wonen). Tot dusver hebben zich geen grote (juridische) problemen voorgedaan. De benodigde werkprocessen zijn ingericht; in het kader van Breda Doet worden deze werkprocessen (informatie en administratie) in 2016 nog verder verbeterd.

2Klantgroepen van de gemeente ervaren continuering van ondersteuning en zorg.

Toelichting
Cliënten zijn per brief geïnformeerd over de veranderingen in de Participatiewet, de Jeugdwet en de Wmo. Ook zijn er diverse bijeenkomsten over de veranderingen georganiseerd. Er zijn in 2015 geen cliëntgroepen tussen wal en schip gevallen. In 2015 werden cliënten die gebruik maakten van een PGB voor individuele voorzieningen in het kader van de Jeugdwet en de Wmo geherindiceerd. De herindicaties van de PGB Jeugd zijn in 2015 afgerond. Aan het einde van het eerste kwartaal 2016 zijn ook alle cliënten met een PGB Wmo geherindicieerd.

Er is een monitor sociaal domein ontwikkeld die de benodigde verantwoordingsinformatie levert. Aanvullend op deze monitor hebben onderzoeken plaatsgevonden naar de afspraken die in de beleidskaders zijn gemaakt over de te leveren ondersteuning en zorg. Het Verbeterpunt Zorg, waar mensen hun ideeën over betere ondersteuning en zorg kwijt kunnen en waar mensen die tussen wal en schip vallen zich kunnen melden behandelde in 2015 ongeveer 200 casussen. Over deze casuïstiek en over de zorg en ondersteuning in zeer complexe gezinnen is met de raad diverse malen gesproken tijdens raadsinformatiebijeenkomsten.

Met jeugdhulp en zorgorganisaties zijn contractueel afspraken gemaakt over het voorkomen van crisissituaties (door bijvoorbeeld het melden van escalatie) en het handelen in crisissituaties. In de eerste maanden van 2015 is een piketdienst ‘crisis sociaal domein’ ingericht. Hier is uiteindelijk geen gebruik van gemaakt. De gemeente Breda hanteert een sociaal calamiteitenprotocol. Dit protocol is gemaakt voor alle gemeenten van de ‘Baronie’ maar is formeel nog niet goedgekeurd door alle betrokken burgemeesters.

3De toegang voor inwoners die voor het eerst ondersteuning of zorg aanvragen is ingericht en aanvragen worden volgens geldende kwaliteitsnormen behandeld.

Toelichting
Voor jeugdhulp konden nieuwe cliënten vanaf 1 januari 2015 terecht bij het CJG. Met vragen over de Wmo konden mensen vanaf 1 januari 2015, via een direct nummer en via 14076, terecht bij het netwerk Zorg voor Elkaar Breda, waar de gemeente ook deel van uitmaakt. Mensen met een ondersteuningsvraag op het gebied van werk en inkomen konden onveranderd terecht bij Atea. In totaal zijn in 2015 bij het Servicepunt / Zorgpunt 35.800 telefoontjes binnengekomen. Deze hadden betrekking op:
- Wmo 7.526
- Participatie 8.630
- Jeugd 480
- Restant infovragen algemeen.

Bij Zorg voor elkaar Breda De Prins zijn 4.611 vragen binnengekomen over welzijn, zorg en financiën.

4De gemeente is financieel in control en de uitgaven op het sociaal domein blijven binnen de begroting.

Toelichting
Gedurende 2015 is een duidelijk beeld ontstaan ten aanzien van de beschikbare budgetten en de uitgaven. De tekorten en overschotten op de diverse deelbudgetten zijn in beeld. De totale uitgaven in 2015 blijven binnen de begroting.

3.1a Ondersteuning kwetsbare burgers (Participatiewet en Wet Sociale Werkvoorziening)

Speerpuntindicatoren

SpeerpuntindicatorNormRealisatie
1Verstrekken van uitkeringen in het kader van de Participatiewet.

Toelichting
In 2015 heeft de gemeente uitvoering gegeven aan de nieuwe Participatiewet en ondersteuning geboden aan de nieuwe doelgroep; mensen met een arbeidsbeperking met arbeidsvermogen.

De gemeente biedt financiële ondersteuning als vangnet voor mensen die het op eigen kracht nog niet lukt economisch zelfstandig te worden en probeert zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen, bij voorkeur in een reguliere baan. Bredanaars voor wie werken nog niet mogelijk is, participeren naar vermogen. Dat is het uitgangspunt van het, in januari 2015 door de gemeenteraad vastgestelde beleidskader Participatie “Investeren in werk, participatie door verbinding” en het uitvoeringsplan Participatie. De activiteiten genoemd in het plan zijn in 2015 uitgevoerd samen met de ATEA-groep, ondernemers, onderwijs, organisaties, sociale partners, UWV en gemeenten in de regio West-Brabant.

Naast de reguliere dienstverlening van het begeleiden en matchen van Bredanaars op (reguliere) banen, interne en extra werkstages en activeringsplekken is in 2015 invulling geven aan de uitvoering van beschut werken en dienstverlening aan en bemiddeling van mensen met een beperking naar banen. De hiervoor beschikbare voorzieningen en instrumenten zijn samen met gemeenten in de regio regionaal vormgegeven en vastgelegd in regelgeving.

2In samenwerking met sociale partners, onderwijs, ondernemers, UWV en gemeenten meer (leer) banen beschikbaar stellen voor mensen met een beperking.

Toelichting
Zie hiervoor de toelichting onder speerpunt 1a, speerpuntindicator 1.

3Maximale arbeidsparticipatie door burgers met een uitkering en/of gesubsidieerde baan.

Toelichting
Zie hiervoor de toelichting onder speerpunt 1a, speerpuntindicator 1.

4Voorkomen van maatschappelijke uitsluiting door vergroting van de arbeids- en maatschappelijke participatie.

Toelichting
Zie hiervoor de toelichting onder speerpunt 1a, speerpuntindicator 1.

5Realiseren van een effectief re-integratie instrumentarium.

Toelichting
Zie hiervoor de toelichting onder speerpunt 1a, speerpuntindicator 1.

3.1b Ondersteuning kwetsbare burgers (WMO)

Speerpuntindicatoren

SpeerpuntindicatorNormRealisatie
1De ondersteuning van kwetsbare burgers.

Toelichting
Het realiseren van goede opvang voor en begeleiding (op maat) van (dreigende) dak- en thuislozen, gericht op een aanvaardbaar maatschappelijk bestaan:
In 2015 hebben de volgende organisaties hiervoor subsidie ontvangen en een bijdrage geleverd aan het Stedelijk Kompas: SMO Breda, Novadic kentron, GGZ Breburg en Annahuis. Deze organisaties hebben, samen met de convenantpartners Stedelijk Kompas gewerkt volgens de traject planaanpak en daarmee inspanning geleverd om dak- en thuislozen van de straat en in de zorg te krijgen. Cijfers hierover zijn nog niet voorhanden. In 2015 heeft met betrokken partners een evaluatie van het Stedelijk Kompas plaatsgevonden. Hierin werd het Stedelijk Kompas positief beoordeeld. Vervolgens is een convenant Stedelijk Kompas 2016-2018 opgesteld.

Het percentage burgers dat last heeft van geestelijke gezondheidsproblemen (depressies en verslaving) is afgenomen:
De voor 2015 geplande preventieactiviteiten voor verslavingsproblematiek zijn volledig gerealiseerd.
Preventieactiviteiten rond depressieve klachten zijn minder gerealiseerd dan begroot. Reden hiervoor is dat de huisartsen een deel van de preventieactiviteiten hebben overgenomen.

Realiseren van de best mogelijk aanpak tegen huiselijk geweld: voorkomen (preventie en voorlichting), (vroeg) signalering, stoppen (hulpverlening, opvang, vervolging) en schade beperken (herstel en nazorg):
In 2015 is de crisisdienst (CMW) 50 keer ingeschakeld. Gegevens over het aantal hulpverleningstrajecten zijn nog niet voorhanden. In de vrouwenopvang waren halverwege het jaar de volgende trajecten gerealiseerd: ambulant 97, opnames 74, nazorg 37 en crisis 42. De totale jaargegevens zijn nog niet beschikbaar. Het aantal trajecten begeleiding naar een veilige plek elders bedraagt naar verwachting tussen de 40 - 45.

Veilig Thuis is een nieuwe organisatie en sinds 1 januari 2015 operationeel. De eerste halfjaarrapportage geeft het volgende beeld:
Adviezen: prognose 1.000, werkelijk 1.551
Meldingen: prognose 1.576, werkelijk 2.531 (2.103 unieke dossiers)
Onderzoeken: prognose 450, werkelijk 312
Casusregie: prognose 150, werkelijk 174 (waarvan 36 huisverboden)

Deze rapportage laat zien dat het aantal adviesvragen 50% en het aantal meldingen 60% hoger is dan vooraf verwacht. Ook het aantal zaken casusregie is 16% hoger dan ingeschat. Het aantal onderzoeken is daarentegen 31% lager dan ingeschat. De personeelsformatie was gebaseerd op de prognoses. Het veel hogere aantal ingekomen adviesvragen, meldingen en zaken casusregie dan ingeschat, kan niet worden opgevangen met vrijgekomen capaciteit vanwege het lagere aantal onderzoeken. Personele uitbreiding is nodig om alle werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren conform de afspraken met de gemeenten en volgens de wettelijke eisen. Voor 2016 wordt hier rekening mee gehouden.

2Het bestrijden en voorkomen van armoede en schulden.

Toelichting
Het aantal Bredanaars met perspectief (= huishoudens tot 110% van het sociaal minimum) is in absolute aantallen gedaald.
Procentueel gezien, in relatie tot de stijging van het aantal huishoudens in Breda, is deze in omvang gelijk gebleven.

2013: 8.350 Bredanaars onder 110% van het sociaal minimum;
2014: 8.285 Bredanaars onder 110% van het sociaal minimum;
2015: 8.525 Bredanaars onder 110% van het sociaal minimum.

Het aantal kinderen in een armoedesituatie (= kinderen tot 110% van het sociaal minimum) laat in absolute aantallen een stijging zien.
Procentueel gezien, in relatie tot de stijging van het aantal kinderen is Breda, in deze stijging minimaal.

2013: 3.755 kinderen in een armoedesituatie;
2014: 3.580 kinderen in een armoedesituatie;
2015: 3.770 kinderen in een armoedesituatie.

Het aantal toegekende beroepen op de Noodfondsen is gedaald:

2014: 141 (Hibo) + 908 (Leergeld) = 1.049 totaal
2015: 111 (Hibo) + 611 (Leergeld) = 722 totaal

Het aantal aanmeldingen voor schuldhulpverlening, laat een daling zien. Onderstaand een weergave van de ontwikkeling sinds 2013.

2013 2014 2015
Aanmeldingen schuldhulpverlening 1.621 1.478 1.338
Aanvragen schulphulpverlening 883 825 429
Trajecten schuldhulpverlening 394 367 383
Doorverwijzingen WSNP 170 97 88

3.1Het bieden van zorg en ondersteuning.

Toelichting
In 2015 is de beleidslijn zoals verwoord in het beleidsplan 2015 “Goede zorg doen we samen” gevolgd. Uitgangspunt hierbij is dichtbij en vrijwillig waar het kan, professioneel waar het moet. Hierbij gaan we uit van een wijkgerichte aanpak voor ondersteuning dicht bij huis, in de directe omgeving, de omliggende straten en buurt, op wijkniveau. De ondersteuning is via het netwerk zorg voor elkaar Breda (ZveB) georganiseerd waarin de gemeente Breda en maatschappelijke organisaties samenwerken en samen invulling geven aan de taken van de Wmo. Zorg voor elkaar vergroot de informele zorgcapaciteit in onze gemeente en brengt laagdrempelig en gebruiksvriendelijk vraag en aanbod bij elkaar. Het biedt passende hulp bij een stijgende vraag naar informele zorg. Het is een belangrijke vindplaats voor voorliggende en algemene voorzieningen. In 2015 is aandacht besteedt aan de doorontwikkeling van Zorg voor elkaar Breda. Via zorg voor elkaar is de eenduidige toegang tot zorg en ondersteuning geregeld, waarbij het voor de cliënt duidelijk is waar deze terecht kan met vragen over zorg en maatschappelijke ondersteuning. Ook het wijkteam maakt hier onderdeel van uit.

De toekenning van een maatwerkvoorziening loopt via het wijkteam. Vanuit het wijkteam gaat een generalist in gesprek met de cliënt, zijn mantelzorger(s) en eventueel zijn sociaal netwerk (huisbezoek) en helpt de cliënt met het opstellen van een persoonlijk plan, de doelen en resultaten. Op basis daarvan geeft een aanbieder in overleg met de cliënt aan hoe deze de cliënt gaat ondersteunen. De generalist bewaakt of de beoogde resultaten behaald worden en bespreekt dit met de aanbieder, de cliënt en de eventuele mantelzorger. Contractueel zijn er met aanbieders afspraken gemaakt over de levering van maatwerkvoorzieningen zoals huishoudelijke verzorging, individuele begeleiding en dagbesteding.

In 2015 zijn stappen gezet om de ondersteuning van mantelzorgers in Breda verder te versterken. Met een aantal organisaties zoals StiB, BCG en Surplus/Hoom is een actieplan opgesteld ter versterking van de informele zorg. Onderdeel hiervan zijn verschillende acties zoals Breda waardeert mantelzorgers, bewustwording in het onderwijs voor jonge mantelzorgers en er is een vraagbaak bij StiB waar mantelzorgers voor psychosociale ondersteuning terecht kunnen. Verder worden door StiB koppelingen gemaakt tussen chronische zorgvragers en zorgvrijwilligers. In 2015 bleek dat het aantal en de complexiteit van de zorgvragers toeneemt. Dit vereist een andere werkwijze. Hierover is het gesprek met StiB gestart.

3.2Het bieden van zorg en ondersteuning (vervolg)

Toelichting
Er is een samenhangend pakket van promotie, werving, bemiddeling / matching, advisering en deskundigheidsbevordering gerealiseerd dat gericht is op de versterking van het vrijwilligerswerk in Breda. Een concreet voorbeeld hiervan is de Vrijwilligersacademie. Daarnaast is de samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties en tussen deze organisaties en professionele organisaties gestimuleerd en verder aangejaagd. Een voorbeeld hiervan is: Bredataal. Via onder andere het uitreiken van de jaarlijkse vrijwilligersprijzen is aandacht besteed aan het versterken van het imago van vrijwilligerswerk en het uitdrukken van waardering hierover.

Het Verbeterpunt Zorg is er voor mensen (bewoners en professionals) die ideeën hebben om de ondersteuning en zorg in Breda te verbeteren en voor mensen die ervaren dat er iets mis gaat bij de ondersteuning die geboden wordt. In 2015 zijn ongeveer 200 casussen behandeld door het Verbeterpunt Zorg. In de eerste maanden hadden casussen met name te maken met de veranderingen per 1 januari 2015. Vanaf april lag de nadruk in de casuïstiek op problemen die ontstaan in complexe zorg situaties. Het lukt vrijwel in alle gevallen om in de casus vooruitgang te boeken. In 2016 wordt een voorstel ontwikkeld om de rol van het Verbeterpunt Zorg structureel te beleggen in de organisatie.

Eenduidige toeging tot vrijwillige en professionele ondersteuning en zorg is gerealiseerd middels Zorg voor elkaar Breda. Dit is een netwerk bestaande uit 9 professionele organisaties op het terrein van zorg en welzijn, 2 vrijwilligersorganisaties én de gemeente. Zorg voor elkaar Breda is digitaal (www.zorgvoorelkaarBreda.nl), telefonisch en face to face bereikbaar. Het (gemeentelijk) wijkteam, onderdeel van Zorg voor elkaar Breda, is hierbinnen de toegang tot maatwerkvoorzieningen. Het telefoonteam bestaat zoals gewenst uit vrijwilligers ondersteund door professionals.

4Verstrekken van individuele maatwerkvoorzieningen.

Toelichting
Het sociaal beleid is gericht op de principes van maatwerk, keuzevrijheid, regelarm en financiële draagkracht. Dichtbij en vrijwillig waar het kan, professioneel waar het moet. Als de eigen kracht, het sociale netwerk en algemene voorzieningen onvoldoende bijdragen aan het oplossen van een individueel maatschappelijk probleem, wordt beoordeeld of een maatwerkvoorziening nodig is. Deze maatwerkvoorzieningen worden afgestemd op de persoon, bijvoorbeeld individuele begeleiding, dagbesteding, woonvoorzieningen, vervoer, huishoudelijke verzorging en hulpmiddelen zoals rolstoelen en scootmobielen. Bij de beoordeling van de noodzaak van een maatwerkvoorziening gelden binnen Breda de volgende uitgangspunten:

1. Beoordeling van de noodzaak van een maatwerkvoorziening loopt via het wijkteam.
2. Het persoonlijk plan is de basis voor de inzet van een maatwerkvoorziening en gaat uit van het principe “één gezin, één plan, één regisseur”.
3. De aanbieder geeft samen met de cliënt invulling aan het persoonlijk plan en de te leveren ondersteuning (contractuele afspraken met aanbieders).
4. We hanteren een sluitend proces aan de hand van monitoring en cliëntvolgsysteem; daar waar nodig sturen we in overleg met de cliënt bij.

5Het bieden van voldoende mogelijkheden voor beschermd Wonen.

Toelichting
Het integraal regionale beleidskader voor opvang en ondersteuning van kwetsbare groepen is in juni door de raad vastgesteld. Eind 2015 is het bestuurlijk aanbestedingstraject beschermd wonen afgerond met een, door de overlegtafel beschermd wonen, vastgestelde maatwerkovereenkomst, die is ondertekend door 16 zorgaanbieders. Voor wat betreft opvang (maatschappelijke opvang en vrouwenopvang) konden burgers terecht in de algemene opvangvoorzieningen die de gemeente hiervoor heeft.

Een verordening voor beschermd wonen was al vastgesteld. In de eerste helft van 2016 wordt de Wmo verordening geactualiseerd. Hierin worden meteen de zaken meegenomen die voor beschermd wonen en opvang (maatschappelijke opvang en vrouwenopvang) van belang zijn en middels een verordening geregeld moeten worden.

Voor beschermd wonen wordt burgers die dat nodig hebben een individuele maatwerkvoorziening verstrekt. De resultaten c.q. mijlpalen die voor beschermd wonen in 2015 bereikt zijn:

- Per 1 januari 2015 is de continuïteit van begeleiding in het kader van beschermd wonen gegarandeerd.
- Het toegangsproces voor mensen die een beroep doen op beschermd wonen is in de loop van 2015 ondergebracht bij de wijkteams van de gemeente Breda.
- Medewerkers van gemeente Breda werken samen met wijkteams in de regio voor het organiseren van de juiste zorg.

3.1c Ondersteuning jonge burgers (Jeugdwet)

Speerpuntindicatoren

SpeerpuntindicatorNormRealisatie
1Het vormgeven van het beleidskader Jeugd.

Toelichting
In 2015 is het Jeugdbeleid (jeugdzorg ambulant en residentieel) verder vormgegeven. Hierin zijn tevens de lokale en regionale verantwoordelijkheden opgenomen. Een verslag hiervan en de opdrachten voor 2016 zijn opgenomen in het Jeugdmagazine (dit is het Actieplan 2016).

2Het verbeteren van de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt.

Toelichting
In 2015 is de samenwerking met de Praktijkschool Breda en scholen voor Voortgezet Speciaal Onderwijs geïntensiveerd.

De gemeente neemt samen met het UWV 3x per jaar deel aan de casusoverleggen op de scholen in verband met bespreking van de leerlingen die de school gaan verlaten richting arbeidsmarkt.

Preventief zet de gemeente zonodig ondersteuning in om de jongeren meer kansen te bieden op een baan en het duurzaam behouden van een baan.

Samen met het onderwijs heeft de gemeente Breda de gezamenlijke ambitie en werkafspraken vastgelegd in een projectnotitie Baan Brekend Breda. In 2015 is ook gewerkt aan een regionale aanpak om de aansluiting onderwijs op de arbeidsmarkt te verbeteren. Deze regionale aanpak is vastgelegd in de regionale projectnotitie ”West-Brabant leert of werkt!".

De activiteiten in kader van de regionale aanvraag van ESF middelen en de regionale aanpak Jeugdwerkloosheid zijn uitgevoerd.

3Het verder ontwikkelen van het Centrum Jeugd en Gezin.

Toelichting
Conform bovenstaand aangegeven is het beleidskader Jeugd in 2015 gerealiseerd. In het Jeugdmagazine (dit is het Actieplan 2016), is naast het verslag van de vormgeving van het jeugdbeleid en de opdrachten, ook de centrale rol van het Centrum Jeugd en Gezin opgenomen.

3.2 Sport

Speerpuntindicatoren

SpeerpuntindicatorNormRealisatie
1Bredanaars voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) of de Beweegnorm.65%53%

Toelichting
In 2015 voldeed 53% van de volwassenen in Breda aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen.

2Bredanaars voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) of de Beweegnorm.50%30%

Toelichting
In 2015 voldeed 30% van de kinderen in Breda aan de Beweegnorm.

3Ontplooiing en waardering van sporttalenten.76,5

Toelichting
Talenten en topsporters gaven in 2015 het rapportcijfer 6,5 voor hun waardering en hun ontplooiingskansen in Breda.

4De binnensportaccommodaties van het onderwijs worden optimaal benut.

Toelichting
De uitwerking van het plan van aanpak Binnensportaccommodaties vindt plaats in het eerste half jaar van 2016.

5In overleg met regiogemeenten een impuls geven aan topsport en gehandicaptensport.2550

Toelichting
Binnen de regio bieden 50 sportaanbieders de mogelijkheid tot sporten voor mensen met een beperking aan.

6Sportverenigingen uitnodigen de accommodatie ook voor andere maatschappelijke doelen in te zetten.17

Toelichting
Per ultimo 2015 zijn er 17 sportverenigingen in Breda die activiteiten voor (wijk)bewoners organiseren en bijdragen aan doelen op het gebied van bijvoorbeeld gezondheid, participatie of zorg.

7Gerichte regionale en provinciale samenwerking op het gebied van breedtesport en (top)sportevenementen

Toelichting
Het plan van aanpak voor de ambities en kansen van de regio West-Brabant op het gebied van sport is opgesteld.

3.3 Variatie woningaanbod

Speerpuntindicatoren

SpeerpuntindicatorNormRealisatie
1Het uitvoeringsprogramma van de Woonvisie

Toelichting
In 2015 is in Alliantieverband gewerkt aan de Jaarschijf 2015. De afspraken zijn in belangrijke mate gerealiseerd, met name daar waar het gaat over nieuwbouw, betaalbaarheid en beschikbaarheid. Belangrijk is ook dat in 2015 nieuwe Alliantie-afspraken zijn gemaakt, met nog meer focus op doelgroepen en sociale voorraad.

2Een nieuw afsprakenkader voor 2015 tussen de gemeente en woningbouwcorporaties.

Toelichting
In 2015 is een nieuw afsprakenkader voor de Alliantie opgesteld. In de nieuwe Alliantie zijn de afspraken meer gericht op de sociaal-maatschappelijke agenda, waarbij aandacht wordt geschonken aan thema’s zoals betaalbaarheid, duurzaamheid, werken in de wijk en het scheiden van wonen & zorg. In de nieuwe Alliantie is ook geanticipeerd op de nieuwe Woningwet en de veranderende rol (verhoudingen) tussen de gemeente en de corporaties. Ook de huurders zijn toegetreden tot de Alliantie-afspraken.

3Het uitvoeren van het Actieplan Breda Studentenstad.Zie toelichting.

Toelichting
In 2015 is uitvoering gegeven aan het actieplan Studentenhuisvesting. Vanuit dit actieplan zijn de volgende projecten opgeleverd, dan wel in ontwikkeling genomen:
- De Kruijff (41 zelfstandige eenheden);
- De Tramsingel 21 (61 kamers);
- De Donkvaart (89 kamers);
- De Epelenberg (130-180 kamers).

3.4 Vergroten economische kracht

Speerpuntindicatoren

SpeerpuntindicatorNormRealisatie
1Het blijvend stimuleren van het internationale vestigingsklimaat.

Toelichting
Internationalisering gaat een steeds grotere rol spelen in Breda. Breda was in 2015 economisch actief in China (bestuurlijk werkbezoek), Polen (bestuurlijk werkbezoek), Duitsland (vastgoedbeurs ExpoReal) en betrokken bij inkomende factfindingtrips via BOM / NFIA en bij inkomende internationale delegaties uit Zuid-Afrika en China.

In 2015 heeft Breda zich sterk gemaakt om samen met de RWB en REWIN deel te nemen in het Holland Expat Center South. Dit heeft erin geresulteerd dat de gehele regio West-Brabant voor 2016 en 2017 is aangesloten op deze activiteit, zodat expats en internationals sneller en eenvoudiger de immigratieprocedure kunnen doorlopen en voor specifieke informatie bij HECS terecht kunnen. In 2015 heeft HECS een Meet & Greet georganiseerd bij ART Breda.

Een andere topic is de internationale community, leefmilieu en voorzieningen voor expats in Breda. Door de komst van de internationale school, de HSL en de uitstraling van het nieuwe station is Breda steeds interessanter als woon- en werkstad voor internationale medewerkers, studenten en expats. Samen met studenten Leisure van NHTV zijn internationale netwerken in Breda in beeld gebracht en met partners de NHTV, Avans en de Internationale School Breda wordt bekeken hoe de stad Breda een warm welkom kan bieden aan deze groeiende doelgroep. De rol van de gemeente Breda is om een bijdrage te leveren bij het onderzoek wat Breda kan doen om deze groep zich thuis te laten voelen. De NHTV, Avans en de Internationale school Breda zijn hierbij belangrijke stakeholders. Het recente onderzoek van de NHTV is bedoeld als tool voor het in beeld brengen van expats in Breda, hoe beleven zij Breda, wat hebben ze nodig en hoe de stad Breda kan bijdragen aan een warm welkom.

Tenslotte is er een focus op foreign investments, vestigingsklimaat, talent, internationale acquisitie en internationaal onderwijs. Breda heeft twee van de beste onderwijsinstellingen, Avans en de NHTV, van Nederland. De Internationale School Breda neemt deel in het Holland Expat Center South en is als enige stad in Brabant aangesloten op het hogesnelheidsspoor. Dit zijn allemaal vestigingsfactoren van formaat voor internationale bedrijven. Wat is nodig om een aantrekkelijke vestigingsplaats te zijn en te blijven voor (internationale) kenniswerkers, studenten, bedrijven en instellingen? Is Breda klaar voor het toenemende aantal internationals? Talent aantrekken en behouden voor de stad is cruciaal. De Bredase onderwijsinstellingen zijn actief op het gebied van internationalisering en biedt internationale opleidingen aan. Ook die link moet in het gemeentelijke internationaliseringsbeleid vastgelegd worden.

We willen vanuit onze rol en kennis:
- Het aantal vestigingen van internationale bedrijven behouden en laten groeien;
- Gerichte acquisitie uitvoeren op foreign investments met partners BOM, REWIN en NFIA;
- Investeren in relaties met hoger onderwijs met als doel het versterken van de verbindingen tussen onderwijs en bedrijven en het versterken van de internationale community in Breda;
- Actief bijdragen aan de verbinding tussen onderwijs en bedrijven;
- Bijdragen aan het internationaliseringsbeleid en de internationale betrekkingen van de gemeente Breda.

10Het uitvoeren van fase 2 van het Digisol-project, gericht op het versterken van de beeldcultuur sector.

Toelichting
De tweede fase van het Digisol-project zou in 2015 afgerond worden. Het project is echter beperkt gebleven tot fase 1. Voor fase 2 waren door alle programma's meer middelen aangevraagd dan er beschikbaar waren. Vanwege deze reden is het Digisol-project fase 2 niet geaccordeerd. Fase 1 is wel afgerond.

11Duurzaam versterken van de economische basis

Toelichting
Bij de Avans Hogeschool is het Center of Expertise Biobased Economy gerealiseerd dat de verbinding van agrofood met andere sectoren bevordert en bijdraagt in de kennisontwikkelingen en valorisatie van deze nieuwe kennis.

Het ROC West-brabant heeft het Center voor Innovatief vakmanschap voor Biobased Economy gerealiseerd en werkt aan sterke verbindingen tussen het ROC en het bedrijfsleven enerzijds en studenten met het bedrijfsleven anderzijds.

De Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom is de aanjager van nieuwe kennis met een laboratorium als gemeenschappelijke voorziening waar veel onderzoek plaatsvindt.

De verbindingen tussen logistiek, met betrekking tot transport en logistieke processen, en ook in relatie tot service logistiek (onderhoud / maintenance / reserve onderdelen) worden zo veel mogelijk gelegd met de andere speerpunt sectoren om kosten efficiënt te kunnen werken.

Rewin speelt een belangrijke rol in het bij elkaar brengen van partijen rondom deze nieuwe businesscases zoals het combineren van heen- en retourladingen, maar ook als aanjager van business development in de agrofood sector.

12Verder vormgeven aan regionale en internationale samenwerking.

Toelichting
In 2015 werden binnen het jaarprogramma Werelds Delen onderstaande concrete projecten opgestart c.q. uitgevoerd:
- Samenwerking Ekurhuleni: project loopt door in 2016;
- Food-upgrades om Bredase burgers bekend te maken met alternatief voor vlees: project is afgerond per ultimo 2015;
- Foto-expositie dierenwelzijn: project is afgerond medio oktober 2015;
- Actie Wereldvoedseldag in samenwerking met de Rooi Pannen: project is afgerond medio oktober 2015;
- “Vergroening” van het evenement Roodharigendag: de conceptrapportage over de resultaten van evenement is ontvangen. De definitieve rapportage volgt in het eerste kwartaal van 2016;
- Mondiaal bewustzijn meets particulier initiatief: hoe een schoon kooktoestel het leven van veel mensen in lowtech-omgeving kan veranderen: project is afgerond in november 2015;
- Maatschappelijk project voor revisie van oude machines voor Afrika: project loopt door in 2016;
- Maatschappelijk verantwoord ondernemen: de "koploper bedrijven" in Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen ontvangen andere bedrijven en delen kennis, ervaringen en hun netwerk met nadruk op triple-p: afronding van het project verwacht per februari 2016;
- Project in samenwerking met Avans en een commerciële partij; de realisatie van een bijenpaleis inclusief plaatsing, onderhoud, inzet imker en onderwijspakket voor onderwijs: project loopt door in 2016;
- Begeleiding van particuliere initiatieven: project afgerond per ultimo 2015.

Terugdringen CO2 emissie:
De totale CO2 emissie van Breda over 2012 is in 2015 achteraf, als gevolg van CBS-correcties, licht bijgesteld (van 991 kiloton naar 987 kiloton). Daarmee is de stand voor 2012 ten opzichte van de CO2 reductie beleidslijn voor 2044 iets verkleind. De nu (voorlopig) vastgestelde stand voor 2013 (986 kiloton) blijft daar vrijwel gelijk aan. Voor de koers op het einddoel CO2-neutraal in 2044 blijft maximale beleidsinzet noodzakelijk.

13Verder vormgeven aan regionale en internationale samenwerking (aanvulling)

Toelichting
Regionale samenwerking:
In 2015 hebben bilaterale bezoeken aan diverse colleges van omliggende gemeenten, twee gezamenlijke bijeenkomsten van de colleges van Breda, Oosterhout, Etten-Leur en Moerdijk plaatsgevonden. Op basis hiervan en naar aanleiding van onderzoek naar het 'daily urban system' van Breda is, in nauwe samenwerking met de raadswerkgroep Regio, een positionpaper (boven) regionale samenwerking opgesteld. Dit positionpaper is in juli unaniem door de raad vastgesteld en vervolgens als reactie in het kader van Veerkrachtig Bestuur aan de provincie gezonden. Tevens is het paper in de vorm van een uitnodiging aan alle gemeenten in West-Brabant aangeboden en heeft Breda initiatief genomen voor kennisuitwisseling en afstemming tussen de burgemeesters van de omliggende gemeenten over (sub)regionale samenwerking. Daarnaast heeft in het voorjaar een verkennend gesprek met het college van Tilburg over samenwerking plaatsgevonden. In 2015 is vanuit de RWB een actualisatie van het Uitvoeringsprogramma van de Strategische Agenda West-Brabant uitgevoerd en vastgesteld waaraan door Breda bijdragen zijn geleverd en een zienswijze is ingediend. Er zijn duidelijkere samenwerkingsafspraken tussen BOM en Rewin gemaakt in de vorm van een convenant. Met de nieuwe directeur zijn gesprekken gestart over de rol en taakinvulling van Rewin. De Strategic Board Delta Region heeft in 2015 een review laten uitvoeren. In BrabantStad-verband is met het nieuwe college van GS gewerkt aan een concrete Werkagenda. De onderwerpen Woonconnect / Spark en Cultuur in de Spoorzones pakken we als zes partners gezamenlijk op.

Voor meer info wordt verwezen naar de website BrabantStad (www.brabantstad.nl).

Externe betrekkingen en lobby:
In 2015 is gewerkt aan de aanscherping van de Bredase agenda als het gaat om externe betrekkingen en lobby. Vanuit het Bredase ambitieprofiel is in beeld gebracht op welke dossiers er samenwerkingskansen liggen met de Provincie, het Rijk en met de Europese Unie. Daarbij kan het gaan om het versterken van de zichtbaarheid en de reputatie van Breda, om beïnvloeding van agenda's en wetgeving en om financiële samenwerking (subsidies, cofinanciering) vanuit diverse fondsen. In de tweede helft van 2015 is gestart met het aanbrengen van nog meer focus op basis van het nieuwe bestuursakkoord. Intussen zijn de samenwerkingsrelaties met de Provincie, zowel bilateraal als in het verband van Brabant-stad, en op verschillende dossiers met diverse ministeries onderhouden en uitgebouwd. In het bijzonder is de bestuurlijke en ambtelijke oriëntatie op Europa versterkt door werkbezoeken aan Brussel en het uitnodigen van EU-parlementariërs voor een bezoek aan Breda. In Brabantstad-verband wordt voortdurend gekeken hoe en op welke dossiers de B5-steden en de Provincie samen kunnen optrekken richting Brussel. De nieuwe Werkagenda in oprichting biedt daarvoor goede handvatten.

2Het vergroten van de acquisitiekracht van Breda.

Toelichting
Samenwerking BOM en REWIN:
De belangrijkste stakeholders van Breda zijn de BOM en REWIN. BOM en REWIN hebben in 2015 een convenant gesloten tot verregaande samenwerking. Dit betekent dat nieuwe afspraken worden gemaakt over buitenlandacquisitie en current investor development. Afspraken over hoe we onze krachten kunnen bundelen om elkaar te versterken. In 2015 is nauw samengewerkt met de BOM op NFIA-projecten van buitenlandse investeerders die zich oriënteerden op Breda. Ook hebben we waar mogelijk gezamenlijk de current investors development opgepakt. Op uitnodiging van de BOM heeft Breda deelgenomen aan een Masterclass NFIA (Netherlands Foreign Investment Agency). REWIN heeft in september 2015 een rol gehad bij het werkbezoek van burgemeester Depla aan Yangzhou in China. Daarnaast is samengewerkt bij enkele media-uitingen en hebben we deelgenomen en samengewerkt bij activiteiten en netwerkbijeenkomsten, zoals REWIN Interactief, Outdoor Brabant, BrIM Lounge.

Rithmeesterpark:
In de Marketing- en Acquisitiestrategie Rithmeesterpark van januari 2015 zijn een aantal acties benoemd. De acties uit het hoofdstuk Strategie zijn uitgevoerd. De plannen zijn gepresenteerd aan de belangrijkste stakeholders en een bredere groep betrokkenen (ondernemers, buren, andere eigenaren). Omdat een goed gebruik van social media voor de marketing van het bedrijventerrein cruciaal is, is hiervoor opdracht verstrekt aan het bedrijf Spotcompanion. De website www.rithmeesterpark.nl, Facebook, LinkedIn en Twitter wordt vanuit een professionele vastgoed invalshoek gevuld met informatie; vooral de Facebookpagina www.facebook.nl/rithmeesterpark wordt met een zorgvuldige timing gevuld met foto’s, filmpjes en andere informatie. Hoewel het bedrijventerrein nog niet uitgifte gereed is, is in 2015 al gestart met de marketing en acquisitie. Met artikelen in BN/DeStem, Breda Vandaag, NU.nl en onze eigen nieuwsbrief Breda Business Update. Daarnaast heeft een brede advertentiereeks gestaan in Breda in Business, Bedrijfshuisvesting en in Wonen is een eerste fase marketing uitgevoerd om de naamsbekendheid van het gebied te vergroten. Een en ander heeft geleid tot oriënterende gesprekken. Er is zelfs al een eerste zestiger: DHL Express is de launching customer voor dit nieuwe bedrijventerrein. De flexibiliteit en het vermogen van de gemeentelijke organisatie om mee te denken met de klant heeft zeker bijgedragen tot deze succesvolle transactie.

Via Breda:
De NS is bezig met de verhuur van de laatste m2’s in het station. Het Gerechtsgebouw is aanbesteed en in de eerste helft van 2016 zal helder worden welke invulling zal worden gekozen voor de Coulissen-West, waarvoor een tender loopt.

Retail:
De in 2014 genomen initiatieven met betrekking tot acquisitie retail, hebben geresulteerd in een basisanalyse van JLL. Deze zijn in 2015 gedeeld met Via Breda, kernteam binnenstad en Breda Next. De huidige stand van zaken is dat Bureau Henk Gianotten een advies zal uitbrengen over de aanpak van leegstand in de binnenstad. Ook zijn er ontwikkelingen in de binnenstad in het kader van Ondernemersfonds. Het on-hold zetten van het project Achter De Lange Stallen, de leegstandsaanpak en de conclusie dat retail een veel voorzichtiger aanpak behoeft als het gaat om acquisitie, spelen een rol in het bepalen van de vervolgstappen voor retailacquisitie.

3Het verder verhogen van de inzet op dienstverlening aan ondernemers.

Toelichting
Er is in 2015 contact geweest met een deel van de top-25 bedrijven in de stad en we zijn actief in alle relevante zakelijke netwerken. In 2016 worden deze contacten verder uitgebreid en blijven we deelnemen in de relevante netwerken. Ondernemers zijn in 2015 themagericht uitgenodigd voor diverse events. Ook deze lijn wordt bestendigd in 2016. De inzet van casemanagement van de directie Dienstverlening ten aanzien van vergunningen maakt onderdeel uit van het programma TopDienstverlening. Het Marktonderzoek Startershuisvesting is in 2015 opgeleverd en er heeft een globale verkenning plaatsgevonden van de uitbreidingsmogelijkheden van de Incubator Breda.

4Het uitvoeren van het Actieplan Kansrijke Innovatieve Sectoren Breda.150-175

Toelichting
Er is in 2015 geen sprake geweest van een groei van het aantal arbeidsplaatsen, maar juist van een daling. Vanuit de Economische Barometer blijkt per sector het onderstaande beeld:

Logistiek - 560 arbeidsplaatsen
Zorgeconomie + 53 arbeidsplaatsen
Creatieve industrie + 86 arbeidsplaatsen
Beeldcultuur + 189 arbeidsplaatsen
Onderwijs + 57 arbeidsplaatsen

In totaal een verlies van 175 arbeidsplaatsen in de genoemde sectoren ten opzichte van 2014.

5Het instellen van een Ondernemersloket.

Toelichting
Het Ondernemersloket is in 2015 gerealiseerd. We werken aan duurzame relatie met ondernemers en er is continue aandacht voor de relatie tussen de gemeente en het bedrijfsleven.

5 aHet ondersteunen van startende ondernemers door Uitvoering van het nieuwe programma Business Coach Breda met als doel begeleiding van 200 starters per jaar.200Zie toelichting.

Toelichting
Met ingang van 1 augustus 2015 is het nieuwe programma Business Coach Breda van start gegaan, tot die tijd heeft het oude project doorgelopen. Tot en met oktober 2015 zijn rapportages beschikbaar. In de periode 1 januari tot en met 31 oktober hebben de volgende ondersteunings- c.q. begeleidingsgesprekken plaatsgevonden:
- 170 intakegesprekken met (pre-)starters;
- 138 coachingtrajecten;
- 83 nazorggesprekken;
- 14 bestaande ondernemers zijn geholpen in het kader van de leegstandsaanpak in bepaalde winkelstraten.

6Uitvoering van het ESF-project Ondernemerschap met als doel de uitstroom van 10 mensen naar een eigen bedrijf en 7 mensen “ondernemen naar vermogen”.10Zie toelichting.

Toelichting
Het ESF project is in mei 2015 van start gegaan. Tot eind 2015 hebben de volgende mensen aan het project deelgenomen:
- 80 mensen hebben deelgenomen of zijn begonnen met de cursus Breda Start en de individuele begeleiding;
- 53 mensen doen hier aan mee die nu een WWB uitkering ontvangen en willen uitstromen naar een eigen bedrijf;
- 10 van deze uitkeringsgerechtigden zitten in de groep Ondernemen naar Vermogen.

Uit de eerste twee groepen zijn 10 mensen uitgestroomd. De andere zes groepen zijn nog met hun traject bezig.

7Uitvoering van het ZZP West-Brabant

Toelichting
Het project ZZP West-Brabant wordt uitgevoerd in samenwerking met Business Coach Breda. Er hebben in 2015 in Breda 3 workshops plaatsgevonden en er zijn 2 netwerkbijeenkomsten georganiseerd, waarvan de laatste op 2 oktober met de uitreiking van de Breda Startup Award.

8Het uitvoeren van het geactualiseerde Actieplan Kleinschalige Bedrijfshuisvesting.

Toelichting
Er is een inventarisatie gemaakt van de vraag naar en het aanbod van kleinschalige bedrijfshuisvesting. Daarnaast is er een globale toets uitgevoerd voor een mogelijke verbouwing van de Incubator Breda.

9Uitbouwen van het geïnstitutionaliseerd overleg met het Hoger Onderwijs over versterken van Breda als innovatieve kennisstad.2Zie toelichting.

Toelichting
Er is continue aandacht voor het versterken van de verbindingen tussen de verschillende sectoren en het onderwijs met aandacht voor crossovers. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor de Rewin, de City of imagineers (voortgekomen uit het VIVID project), het Kennis Distributiecentrum Logistiek van de NHTV (in samenwerking met Dinalog) en de Experisecentra van Avans.

3.5 Vitale binnenstad

Speerpuntindicatoren

SpeerpuntindicatorNormRealisatie
1Het actualiseren van de Cultuurvisie (Factor C) in Breda in samenwerking met betrokkenen, waaronder culturele organisaties, onderwijs, creatieve industrie en bewoners.

Toelichting
Begin 2015 is het traject voor actualisering van de cultuurvisie, in samenwerking met het culturele veld, vormgegeven. Op basis daarvan zijn twee kwartiermakers aangesteld die onder de naam CultuurBreda gezamenlijk een online- en offline community hebben gebouwd. De community heeft tot doel dat cultuur in Breda in de toekomst gekenmerkt wordt door een richting die door de culturele initiatiefnemers zelf is vormgegeven, met meer verbindingen tussen de initiatieven en andere sectoren. De online ontmoetingsplaats is opgezet in de vorm van een informatieve website en een discussieforum (www.cultuurbreda.nl). Daarnaast zijn offline vele gesprekken gevoerd en bijeenkomsten georganiseerd. Dit heeft geresulteerd in de contouren van een cultuurvisie, vormgegeven door het culturele veld in Breda, die in 2016 nadere invulling krijgt. Daarnaast zijn onderwerpen benoemd waarvoor in 2016 gezamenlijk oplossingsrichtingen gevonden dienen te worden. De inventarisatie is daarmee volledig afgerond en benodigde verbindingen zijn gelegd. De herijking van de nota Erfgoed in context is gekoppeld aan CultuurBreda en ondermeer gebaseerd op een serie kampvuursessies in het veld.

2Het uitvoeren van het programma Van Gogh 2015 in samenwerking met Van Gogh Brabant, de regio West-Brabant en de omliggende gemeenten.

Toelichting
In 2015 is er in Breda met een aantal culturele partners en met samenwerkende partners een programma Van Gogh ontwikkeld. In de loop van 2015 is het thema Van Gogh goed opgepakt wat tot een breed, in Breda en daarbuiten, gedragen programma heeft geleid met als uiteindelijk resultaat de toezegging van Van Gogh Brabant (Visit Brabant) om Breda als volwaardig Van Gogh partner op te nemen. Hiermee is het programma 2015 gereed, met de ambitie om ook na 2015 Van Goghstad in relatie tot de regio te blijven en hiervoor een programma te ontwikkelen. Bredaas Museum is hiervoor 'trekker' om het samen met de erfgoed- en culturele partners uit de stad en in afstemming met de regio en Van Gogh Brabant vorm te geven.

3Versterken van de cultuureducatie.95%

Toelichting
Jeugd en jongeren in het primair onderwijs nemen deel aan een programma cultuureducatie op basis van De Culturele Ladekast, het model voor cultuureducatie met doorlopende leerlijnen afgestemd op leerjaren en leerdoelen. Aan het cultuureducatieve programma De Ontdekking neemt 95% van de scholen deel. Daarin staat maatwerk per school en deskundigheidsbevordering centraal. Nieuw is de mogelijkheid tot verdieping per kunstdiscipline.

4Uitvoeren van de Impuls Binnenstad.

Toelichting
In 2015 zijn de actiepunten voltooid in samenwerking met de externe belanghebbenden, met name de stichting Ondernemersfonds Breda. De ondernemers in de binnenstad hebben in 2015 draagvlak aangetoond voor het instellen van een Ondernemersfonds. Het Ondernemersfonds wordt gevoed door een verplichte jaarlijkse bijdrage van alle ondernemers in een afgebakend gebied. Door middel van deze structurele financiële bijdrage wordt een vaste inkomensstroom gegenereerd waarover ondernemers kunnen beschikken om investeringen in het gebied te kunnen doen.

Met het raadsbesluit 44210 d.d. 3 december 2015 ‘Verordening reclamebelasting Binnenstad Breda 2016’ is het Ondernemersfonds een feit. Met de formele vaststelling van de verordening kan met ingang van 2016 (voor de duur van vijf achtereenvolgende jaren de heffing en de inning van de reclamebelasting rechtens juist en met de beoogde opbrengsten) plaatsvinden. Volledigheidshalve wordt verder voor de inhoud verwezen naar de onderstaande collegebesluiten over City Making Binnenstand en het Ondernemersfonds Breda.

Collegebesluit 43681 City Making Binnenstad;
Collegebesluit 44377 Uitvoeringsovereenkomst en Service Level Agreement met het Ondernemersfonds Breda;
Raadsvoorstel 44210 Invoeren reclamebelasting.

5Uitvoeren van de Impuls Evenementen.

Toelichting
In 2015 zijn evenementen, met de nota Richting aan Evenementen, blijvend gestimuleerd binnen Breda en heeft de gemeente in evenementen geïnvesteerd. Kleinschalige niet-commerciële evenementen zijn in 2015 vrijgesteld van leges en precario. Voor standaard en grote niet commerciële evenementen geldt dat zij in 2015 voor 75% zijn gecompenseerd.

De afspraken met de VVV zijn vernieuwd en gekoppeld aan de uitvoering van de Visie Binnenstad en het proces City Making. Er is in 2015 uitvoering gegeven aan de Nota Richting aan Evenementen en het voorstel Locatiebeleid voor Evenementen is uitgewerkt.

3.6 Talentontwikkeling

Speerpuntindicatoren

SpeerpuntindicatorNormRealisatie
1Intensiveren van het beleid rond de brede scholen met aandacht voor doorlopende leerlijnen in samenhangend aanbod met onderwijs, voor- en naschoolse programma's voor de leeftijden 0-4, 4-12 en 12+.7

Toelichting
Versterking van de netwerkstructuur rondom scholen samen met kinderopvang en partnerorganisaties in de wijk. Met het hele onderwijsveld is een strategische onderwijsagenda opgesteld en vastgesteld in 2015. Met het Bestuurlijk Overleg Breda (BOB) is daarbinnen een gezamenlijke agenda geformuleerd voor de periode 2015-2019 getiteld ‘Onbegrensd Ontdekken’. Met als thema’s: taal, creativiteit / techniek / cultuur, sport / bewegen / gezond, maatschappelijk betrokken onderwijs en maatwerk voor extra ondersteuning. Met als speerpunten taal en techniek.

10Het uitvoeren van cursussen Nederlandse taal en rekenen voor laaggeletterden, arbeidsmigranten, allochtonen en autochtonen.230250

Toelichting
Het ROC West Brabant en Da Vinci voeren cursussen op het gebied van volwasseneneducatie uit in Breda en de regio. Daarnaast is binnen de middelen van de zogenoemde vrije ruimte van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) een programma gerealiseerd door een samenwerkingsverband van bibliotheken in Breda en de regio. Verdeeld over 20 groepen kunnen hiermee tenminste 250 deelnemers worden gefaciliteerd.

11Het versterken van Breda als innovatieve kennis, onderwijs en studentenstad.

Toelichting
De kwaliteit van het onderwijs in Breda is, op basis van de studiekeuzegids, als goed beoordeeld. Avans en de NHTV scoren als de beste hogescholen van Nederland. Zowel het aantal nationale als het aantal internationale studenten is gegroeid.

12Via het programma Game Incubator worden 15 startende ondernemers bereikt.1531

Toelichting
Per ultimo 2015 zijn 31 startende ondernemers via het programma Game Incubator bereikt.

13Via Incubator Breda / Business Coach een aantal van 200 startende ondernemers200Zie toelichting.

Toelichting
Het vernieuwde programma Business Coach Breda is in augustus gestart. In totaal zijn tot eind oktober 170 intakegesprekken met (pre-) starters gevoerd. Daarnaast hebben 138 coachingstrajecten en 83 nazorggesprekken plaats gevonden.

14Het realiseren van betaalbare studentenhuisvesting.224205

Toelichting
In de periode 2014-2015 zijn 454 eenheden gereed gemeld. Dit betrof 367 kamers en 87 zelfstandige studentenwoningen. De grootste projecten waren de Epelenberg (180 kamers), de Donkvaart (95 kamers) en de Tramsingel 21 / Gieterijstraat (transformatie van een kantoorpand naar 60 kamers). Hierbij moet de kanttekening geplaatst worden dat de Epelenberg vooral een interne verschuiving betreft (clustering in een beperkt aantal flats) en slechts een kleine toevoeging van circa 50 kamers. Ook zijn er in 2015 tijdelijke complexen gesloopt, waar bijzonder veel studenten woonden. Dit waren locaties aan de Lage Kant, de Nieuwe Inslag en de Heuvel / F2. Netto is het effect dus beperkt op de markt voor studentenhuisvesting. De locatie Rat Verlegh stadion is in 2015 nog niet gerealiseerd (224 studentenwoningen).

Verwachte realisatie 2016-2020; er zijn op dit moment nog circa 1.100 studenteneenheden geprogrammeerd. Hiervan zijn er 560 juridisch hard. Alleen de locatie Rat Verlegh met 224 zelfstandige studentenwoningen heeft een onherroepelijke bouwvergunning. Van de 1.100 geplande studenteneenheden zijn bijna 90% zelfstandige studentenwoningen.

15Het vergroten van het aantal stage- en leerwerkplaatsen binnen de gemeente en bij organisaties waarmee we een financiële relatie hebben .7%7,5%

Toelichting
De omschrijving van de indicator zoals opgenomen: "het vergroten van het aantal stage- en leerwerkplaatsen binnen de gemeente en bij organisaties waarmee we een financiële relatie hebben" is niet helemaal juist verwoord. De afspraak is namelijk dat jaarlijks 7% van het totaal aantal arbeidsplaatsen aan stageplaatsen gevuld wordt; wat neerkomt op ongeveer een 100 stage- en leerwerkplaatsen per jaar. Het betreft dus een volume afspraak en niet een groeiafspraak. De realisatie voor 2015 bedroeg 109 stage- en leerwerkplaatsen (is +/- 7,5%).

Deze doelstelling wordt ook voor 2016 voorlopig gehandhaafd. Er is begin 2016 een werkgroep (Beleid-) stagiaires geformeerd, het is mogelijk dat hieruit nieuwe c.q. andere afspraken komen voor de toekomst.

16Het zorgdragen voor een optimale aansluiting tussen de terreinen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is (CJG, jeugdhulp, leerplicht, vsv, wmo, participatiewet, oab, leerlingenvervoer) en Passend Onderwijs.

Toelichting
Aansluiting van de terreinen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is heeft in 2015 plaatsgevonden middels bestuurlijk overleg tussen BOB en gemeente en regionaal overleg tussen samenwerkingsverbanden en buurgemeenten (ook bestuurlijk). Ook in de gemeente Breda is meer geïnvesteerd in de aansluiting tussen de verschillende beleidsterreinen rondom jongeren. Daarnaast is het CJG op alle scholen in Breda aanwezig. Aansluiting van grensgevallen tussen verschillende wetgeving.

17Stappen maken met partners om tot nog beter Hoger Onderwijs te komen in Breda.

Toelichting
In 2015 is een begin gemaakt met de NHTV en met Avans over strategische samenwerking. Deze samenwerking zal in 2016 verder vorm krijgen.

18Inzetten op een gezamenlijke introweek van studenten.

Toelichting
In 2015 (met een doorkijk naar 2016) is een begin gemaakt met een stadsbrede introductieweek voor studenten. De gezamenlijke stadsbrede introductieweek zal de komende jaren in samenspraak met het onderwijs en de studenten verder uitgewerkt worden.

19Lanceren van een nieuwe Bredase vorm van Maatschappelijke stages in het voortgezet onderwijs.850

Toelichting
Aan de uitvoering van het Bredase model voor maatschappelijk betrokken onderwijs nemen 850 jongeren deel van tenminste 6 scholen uit het voortgezet onderwijs en 40 vrijwilligersorganisaties.

2Voorschoolse opvang is bereikbaar voor een brede doelgroep. Hiervoor is de Regeling Kostwinnersgezinnen ingevoerd.285190

Toelichting
In 2015 hebben tenminste 700 kinderen gebruik gemaakt van de voorschoolse opvang. Hiervan hebben 190 kinderen gebruik gemaakt van de Regeling Kostwinnersgezinnen. Ongeveer 75 kinderen hebben in dezelfde periode gebruik gemaakt van de BredaPas Regeling Peutertuin.

3Het (laten) verzorgen van leerlingenvervoer, vervoer naar en van school. De school kan in en buiten Breda zijn gevestigd.610568

Toelichting
Het gemiddeld aantal leerlingen dat in 2015 deelnam aan het leerlingenvervoer bedraagt 568. Hiermee blijft de realisatie enigszins achter bij de verwachting voor 2015.

4Het leerlingenvervoer vindt plaats in combinatie met het zwem-en gymvervoer.

Toelichting
De combinatie van leerlingenvervoer met het zwem- en gymvervoer is in 2015 gerealiseerd. In opdracht van de scholen worden diverse groepen basisschoolkinderen gecombineerd vervoerd.

5Het uitvoeren van schakelklassen 2.0 op scholen voor basisonderwijs.300297

Toelichting
In 2015 zijn op 21 basisscholen de schakelklassen 2.0 uitgevoerd. Hiermee zijn in totaal 297 doelgroepkinderen bereikt.

6Er is in Breda, met steun van de gemeente, een Eerste Opvang Anderstaligen. Dit is bedoeld voor basisschool-kinderen die maar kort in Nederland zijn.8075

Toelichting
In 2015 bestond de Eerste Opvang Anderstaligen, bedoeld voor basisschool-kinderen die maar kort in Nederland zijn, uit vijf groepen met in totaal 75 leerlingen.

7Schoolverlaters hebben minimaal een startkwalificatie en er zijn meer stage en leerplekken in Breda en de regio.10%

Toelichting
In 2015 is de aandacht voor het bestrijden van voortijdig schoolverlaten geïntensiveerd. Uit het Jaarverslag van het Regionaal Bureau Leerplicht blijkt dat in onze regio het percentage voortijdig school verlaten is teruggebracht van 4,4% naar 2,0%. In Breda ligt dit percentage nu op 2,3%. Er zijn in 2015 in Breda minder processen verbaal uitgeschreven, minder vrijstellingen verleend en de stroomlijning van de administratieve processen heeft bijgedragen aan het verder terugdringen van het schoolverzuim. De verwachting is dat het percentage voortijdig schoolverlaten voor 2016 in de regio en in Breda niet verder omlaag kan wegens diverse wettelijke ontwikkelingen. De gemeente Breda werkt samen met de partners aan een krachtige samenwerking met als gezamenlijk doel: “ Elke jongere leert, werkt of krijgt passende zorg ”.

8De inzet van combinatiefuncties in sport en cultuur en verbinding met het binnen- en buitenschools aanbod van cultuur in samenwerking met scholen en culturele instellingen.50% / 70%70%

Toelichting
In 2015 besteedde tenminste 70% van de Bredase jeugd en jongeren minimaal een uur per week aan een vorm van actieve sport en of kunstbeoefening. Door het Jeugdsportfonds Breda zijn 768 kinderen gaan sporten en 618 kinderen gaan zwemmen. Met het Jeugdcultuurfonds zijn 214 kinderen bereikt.

9De bibliotheek draagt bij aan het verlagen van de laaggeletterdheid door volwasseneneducatie en het versterken van de verbinding op het sociaal domein.

Toelichting
In 2015 heeft afstemming en samenwerking door taalaanbieders in Breda in BredaTaal plaatsgevonden. Er is een samenhangend aanbod van taal voor diverse doelgroepen gericht op bijscholing van geletterdheid georganiseerd en uitgevoerd. De resultaten hiervan worden gezamenlijk geformuleerd voor Breda, de samenwerkende bibliotheken in de regio en diverse andere partijen. In Breda en de regio worden circa 350 personen (waarvan 50% in Breda) bereikt. In Breda zijn 150 vrijwilligers verbonden aan het taalnetwerk.

3.7 Sociaal economisch kwetsbare burgers

Speerpuntindicatoren

SpeerpuntindicatorNormRealisatie
1Het afronden van de laatste (grote) projecten uit het programma Wijkontwikkeling.

Toelichting
De projecten uit het Masterplan Hoge Vucht zijn in voorbereiding. Bij de voorbereiding wordt de buurt sterk betrokken in de planvorming, met name bij de ontwerpfase voor park Geeren zuid. De realisatie van de projecten vindt plaats in 2016.

De civiele werkzaamheden in Driesprong zijn bij benadering half afgerond. Het westelijk deel van het plangebied is merendeels bouwrijp, sommige kleinere gedeelten zijn woonrijp. Ongeveer de helft van het woonprogramma is gerealiseerd. Er dienen nog twee deelprojecten in het westen te worden gerealiseerd en een groot gedeelte in het oosten, waarvoor de grond momenteel bouwrijp gemaakt wordt. Momenteel worden, samen met WonenBreburg, mogelijkheden voor herontwikkeling onderzocht. Enerzijds om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de woningmarktbehoefte en anderzijds om vanuit stedenbouwkundige argumenten een zo goed mogelijke afronding van de wijk te realiseren. De verwachting is dat de realisatie van de laatste deelprojecten nog enkele jaren zal duren, zodat afronding mogelijk pas in 2018 zal plaatsvinden. Volgens de laatste inzichten kan het project worden afgerond binnen de daarvoor reeds eerder vrijgemaakte middelen.

Het traject herinrichting openbare ruimte Linie-Noord heeft een gefaseerde doorloop naar 2016, 2017 en 2018. Het beschikbare budget wordt over deze vier jaar uitgenut. De uitvoering van het traject verloopt conform de planning.

2Innovatie van het jeugd- en jongerenwerk.7Zie toelichting.

Toelichting
In 2015 is vanuit praktische overwegingen niet één plan voor heel Breda, maar één plan per kwadrant gemaakt. Er zijn dus vier plannen gemaakt, waarin de uitgangspunten: gericht op vraag en activiteiten van de doelgroep leidend zijn. De uitwerking hiervan is goed verlopen, maar een rapportcijfer is hieraan niet toegekend.

3Uitvoeren projectinitiatieven die leiden tot meer participatie, leefbaarheid en werkgelegenheid.

Toelichting
In 2015 zijn in totaal vijf wijkplannen opgesteld. Doordat de participatie in de wijken centraal staat is het accent verlegd van wijkplannen naar wijkactiviteiten. Afhankelijk van de wijk worden deze zelfstandig uitgevoerd of als onderdeel van de wijkplannen.

In 2015 is gewerkt aan de plannen voor de realisering van multifunctioneel gebruik van wijk- en dorpsaccommodaties. Deze zijn echter nog niet definitief en vastgesteld. In de begroting zullen, na positieve besluitvorming, middelen opgenomen worden voor het buurthuis van de toekomst. Door het ontbreken van een beleidskader is daar in 2015 nog geen uitwerking aan gegeven. Ook met betrekking tot de bestaande wijkcentra zijn er in 2015 geen ontwikkelingen in dit kader geweest.

Vanuit de wijkimpulsgelden zijn negen projecten, die moeten leiden tot meer participatie, werkgelegenheid en leefbaarheid, gesubsidieerd. Deze projecten worden gemonitord en leggen verantwoording af over hun werkzaamheden voor 1 mei 2016.

Wijkimpuls maakt onderdeel uit van de Alliantieafspraken met de 3 Bredase woningcorporaties en is beleidsmatig verankerd in het Beleidskader Wijkimpuls 2015-2018. Hierin is met de corporaties de afspraak gemaakt jaarlijks te investeren gedurende de wijkimpuls periode. Hiervan komt een deel voor rekening van de gemeente. In 2015 was een deel van dit bedrag bestemd voor subsidies en een deel voor innovatie. De subsidies zijn beschikt voor 2015; inhoudelijke en financiële verantwoording volgt voor 1 mei 2016. Een aantal innovatieopdrachten zijn op factuurbasis uitgegeven. Verantwoording hierover vindt medio 2016 plaats.

3.8 Wet Sociale Werkvoorziening

Speerpuntindicatoren

SpeerpuntindicatorNormRealisatie
1Uitvoeren en ontwikkelen van de WSW-organisatie.1.476 trajecten1.361 trajecten

Toelichting
De instroom van de SW is per 1 januari 2015 beëindigd. In 2015 zijn een aantal tijdelijke Sw-arbeidscontracten omgezet in vaste contracten, maar er is geen sprake meer van een jaarlijkse taakstelling. Het aantal SW-ers is gedaald met 4,5%. In 2015 is maximaal ingezet op het extern plaatsen van SW-medewerkers bij met name reguliere werkgevers. Als gevolg hiervan is nog slechts 21 % “binnen” geplaatst.

Vanuit de WSW is 38,9% van de SW-medewerkers gedetacheerd of in het kader van begeleid werken aan de slag. Daarnaast is 42,8% werkzaam in de dienstensector of retail en 18,3% is werkzaam binnen de productie of de logistiek.

2Realiseren van het bedrijfsresultaat Werkbedrijven.

Toelichting
De commerciële omzet van ATEA steeg in 2015 tot € 13,8 miljoen. De verbeterde conjunctuur en de toename in het aantal externe plaatsingen zijn hiervan de belangrijkste oorzaken geweest. Voorts is de samenwerking met een aantal relaties verder uitgebouwd.

3Maximale arbeidsparticipatie en het voorkomen van maatschappelijke uitsluiting van burgers.Zie toelichting.

Toelichting
In 2015 zijn er 323 vacatures via bemiddeling door ATEA op de reguliere arbeidsmarkt ingevuld door cliënten. Daarnaast zijn 26 cliënten uitgestroomd als zelfstandige. Voor 799 cliënten zijn trajecten gestart voor een begeleide zoekperiode. Door een effectiever proces aan de poort wordt, in 2015, al vroeg in het proces duidelijk dat er andere voorliggende voorzieningen zijn waardoor er geen recht op een gemeentelijke uitkering ontstaat. In deze gevallen wordt daarom ook geen begeleide zoekperiode meer opgelegd. Ook voor de potentiële zorg- en activeringskandidaten wordt geen begeleide zoekperiode opgelegd. Door de combinatie van maatwerk én door een meer effectieve werkwijze aan de poort hoefde het instrument van de begeleide zoekperiode minder te worden ingezet dan het maximaal begrootte aantal. Daarnaast is aan 1.443 cliënten e-support verleend.

In totaal hebben 230 personen gebruik gemaakt van interne leerwerkplekken bij het Leerwerkbedrijf van ATEA. Hierbij is sprake geweest van een gemiddelde duur van 3-6 maanden, waarbij werken met behoud van uitkering onderdeel heeft uitgemaakt van het re-integratietraject. Bovendien zijn veelal kortstondige praktijkdiagnose-trajecten uitgevoerd voor 250 personen. Hierbij is sprake van gerichte diagnoses in een werkomgeving.

In de loop van het jaar zijn 224 plaatsingen gerealiseerd op externe leerwerkplekken. Het aantal intensieve handhavingstrajecten is uitgebreid en het aantal intakes bedroeg 56. In totaal hebben 130 personen gebruik gemaakt van dit project sinds de start in maart 2014. Door de specifieke aanpak zijn 69 personen via dit traject uitgestroomd uit de uitkeringen en daarnaast zijn door gerichte inspanningen 10 uitkeringen "aan de poort" tegengehouden.

Het aantal sociale activerings- en werkgewenningsplekken is verder verhoogd naar 842. Het Leerwerkbedrijf van ATEA heeft de verdergaande samenwerking gezocht met een aantal zorgaanbieders, waarbij ATEA faciliteert in het aanbieden van dagbesteding. In samenwerking met Amarant en Pauwer zijn 39 structurele (dagelijks ingevulde) arbeidsmatige dagbestedingsplaatsen bij ATEA gerealiseerd.

Wat heeft het gekost?

(Bedragen x 1.000)

Exploitatie en mutaties in reservesPrimaire begrotingBegroting 2015 na wijzigingenJaarrekening 2015Saldo
Lasten309.106369.817359.62110.196
Baten73.539120.290134.24213.952
-235.567-249.527-225.379-24.148
Mutaties reserves6.21111.7393.9247.815
Saldo-229.355-237.788-221.456-16.333

Toelichting exploitatie/mutaties (op hoofdlijnen)

Het resultaat van het programma bedraagt € 16,3 miljoen positief. Gezien het grote aantal oorzaken voor het resultaat worden de vijf grootste resultaten binnen het programma hieronder benoemd en toegelicht. Voor de gedetailleerde cijfers en toelichtingen op productniveau wordt verwezen naar de bijlage.

Economische Zaken
Het saldo voor dit product is € 0,70 miljoen positief.
In omslag 44222 is inmiddels ingestemd om hiervan € 0,257 miljoen als budgetoverheveling naar 2016 te mogen meenemen ter dekking van de tijdelijk uitgestelde activiteiten binnen City Making (Binnenstad).
Bij de resultaatbestemming zullen de volgende claims worden opgenomen als verzoek. € 0,171 miljoen afkomstig van de provincie als afrekening van het AV-cluster zullen ter dekking van de initiatieven uit de stad, verzamelt in de notitie 'Impulsbudget Economie', worden ingezet in 2016. Ook een verzoek om € 0,1 miljoen ter dekking van de afgesloten overeenkomst met de NHTV voor de bijdrage 2016 van de game-incubator. Hiervoor was bij de jaarrekening 2014 een budgetoverheveling van € 0,2 miljoen gerealiseerd waarbij € 0,1 miljoen is afgewerkt in 2015. Het resterende bedrag zal in 2016 worden afgewikkeld. Voor City Making wordt verzocht om voor het uit te werken projectplan weekmarkten het verschil tussen het uiteindelijke resultaat (na aftrek van de reeds opgenomen budgetoverheveling) zijnde € 0,036 ook nog te mogen toevoegen aan de middelen van 2016. Ook geclaimd bij de resultaatbestemming betreft een dotatie aan de reserve toeristenbelasting van de nog op te leggen belasting (t/m 2015) van € 0,089 miljoen op aangeven van de Belastingsamenwerking West-Brabant. Tot slot wordt nog een bedrag van € 0,047 geclaimd voor de resterende voorgenomen activiteiten uit de notitie 'Impulsbudget Economie'. Vrijval aan de algemene reserve komt daarmee nagenoeg op nul.
Bij de 2e bestuursrapportage is reeds aangegeven dat er een budgetoverheveling/verzoek tot resultaatbestemming verwacht werd voor City Making. De overige verschillen en financiële ontwikkelingen zijn pas ontstaan na afronding van de 2e bestuursrapportage.

Participatie (Maatschappelijke Zorg en ondersteuning):
Het saldo voor het product is circa € 0,86 miljoen positief. In de 2e Bestuursrapportage was een positief resultaat gemeld van € 0,16 miljoen. Het verschil prognose 2e Bestuursrapportage en Jaarrekening zit voornamelijk in meer teruggevorderde subsidies dan geraamd en vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren. Het resultaat van € 0,86 miljoen wordt grotendeels veroorzaakt door teruggevorderde subsidies, ad € 0,67 miljoen, en € 0,1 miljoen heeft betrekking op de vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren.

Deelfonds Sociaal Domein
Het budget deelfonds sociaal domein is opgebouwd uit de producten Beschermd Wonen, Jeugdhulp, Participatie, SW en Wmo ('oud en nieuw'). Alle nieuwe taken waar we als gemeente verantwoordelijk voor zijn geworden vallen financieel onder dit product. Een bijzonder product dus in een bijzonder jaar waar aan het begin van jaar veel zaken niet duidelijk waren. Dit is mede de reden van de positieve resultaten. Hieronder zal per product een toelichting worden gegeven van de aan het einde van het jaar resterende middelen:

Beschermd Wonen
Het saldo voor het product is circa € 0,22 miljoen positief. In de 2e Bestuursrapportage is een positief resultaat van € 0,870 miljoen gemeld. De kosten m.b.t. de Persoonsgebonden Budgetten (PGB's) zijn uiteindelijk hoger uitgevallen dan geraamd.

Jeugdhulp

Het saldo voor het product is € 6,52 miljoen positief, waarvan € 4,4 miljoen toe te wijzen is aan de post Persoonsgebonden Budgetten (PGB's). Het overige restantbudget betreft hoofdzakelijk middelen die gereserveerd waren voor de onzekerheid met betrekking tot de kosten van de inkoop van de niet-vrijtoegankelijke jeugdhulp, maar aanspraak op deze middelen is niet nodig geweest.

Participatiebudget reïntegratie

Het saldo voor het product is € 0,58 miljoen positief. Een bedrag van € 0,37 miljoen positief heeft betrekking op de onderuitnutting van het bestedingsplan Participatiebudget re-integratie 2015 (realisatie € 6,3 miljoen). Vooral veroorzaakt doordat een aantal projecten later zijn opgestart  dan eerder gedacht (onder andere business case innovatieve werkgelegenheid). Bij resultaatbestemming zal worden voorgesteld dit bedrag toe te voegen aan de reserve Sociaal Domein.

Doordat een bedrag van € 0,21 miljoen bestemd voor re-integratie ATEA abusievelijk niet ten laste is gebracht van het Participatiebudget re-integratie, maar is verrekend met een ander budget, geeft dit hier een  positief resultaat.

Wmo nieuw
Het saldo voor het product is € 8,87 miljoen positief. Hierbij moet meteen worden opgemerkt dat niet het volledige saldo een structurele doorwerking heeft. We hebben in 2015 eerst gekeken wat we als taken over hebben gekregen en gezorgd voor zorgcontinuïteit. De cliënt staat daarin centraal. De transformatie is daarna gestart en dus zijn er zaken later opgestart. Daarnaast is vanaf week 37 het tarief voor begeleiding in afwachting van de berekening van de nieuwe tarieven (licht) verhoogd. Dit heeft een doorwerking in de uitgaven 2016. Bovendien worden er middelen ingezet om de Wmo HV te kunnen blijven betalen en wordt het budget 2016 met € 1,3 miljoen gekort vanuit het rijk.

De grootste restantbudgetten 2015 zijn als volgt: Voor de compensatie meerkosten chronisch zieken en gehandicapten is er veel minder gebruik gemaakt van het aanvullende pakket van CZ dan vooraf was ingeschat. Hierdoor resteert een bedrag van € 2,4 miljoen. Daarnaast resteert er op de posten begeleiding Zorg in Natura (ZIN) € 3,1 miljoen, Persoonsgebonden Budgetten (PGB) begeleiding € 1,1 miljoen, specialistische zorg voor mensen met een zintuiglijke beperking € 0,64 miljoen en het mantelzorgcompliment € 0,34 miljoen.

Wmo oud
Het saldo voor het product is € 0,38 miljoen positief. Voorgesteld is om bijna het volledige restant over te hevelen naar 2016. Dit heeft te maken met het restant op de huishoudelijke hulp toelage. Voor de huishoudelijke hulptoelage is een bedrag van € 0,5 miljoen begroot, maar de werkelijke uitgaven bedragen € 0,125 miljoen, waardoor er een resultaat is van € 0,375 miljoen.  

Bestemming resultaat deelfonds Sociaal Domein
Het saldo op het product deelfonds sociaal domein wordt voorgesteld om te storten in de nieuwe reserve Sociaal Domein. Met andere resultaten samen zal er worden voorgesteld om een bedrag van € 10 miljoen te storten in de nieuwe reserve Sociaal Domein.

Wet BUIG
Het saldo op het budget BUIG, inclusief de effecten van de maatregelen, bedraagt zoals eerder verwacht circa € 4,2 miljoen negatief. Er zal een verzoek om een Vangnetuitkering 2015 worden ingediend voor een bedrag van € 0,8 miljoen. Het netto resultaat komt hiermee op een negatief bedrag van € 3,4 miljoen.

Wijkontwikkeling:
Het saldo voor het product is circa € 0,70 miljoen positief. Dit bestaat uit:

Cashflow Heuvel
Het positieve resultaat heeft betrekking op de winstneming van de Cashflow Heuvel. Voorgesteld zal worden bij de resultaatbestemming het resultaat te doteren aan de Reserve Wijkontwikkeling. De winstneming van de Cashflow Heuvel bedraagt in 2015 circa € 1,3 miljoen, waarvan € 0,627 miljoen al gedoteerd is in de Reserve Wijkontwikkeling. Voorgesteld wordt om hiervan € 0,230 miljoen te reserveren binnen de Reserve Wijkontwikkeling voor werkzaamheden met betrekking tot het verminderen van de parkeerdruk rondom Dr. Struyckenplein.
De afwikkeling/eindafrekening van de Cashflow Heuvel is nog onderhanden met de woningcorporatie.

Fysieke projecten Wijkontwikkeling
De gerealiseerde lasten (en hiermee ook de baten inclusief mutatie Reserve Wijkontwikkeling) van de fysieke projecten van Wijkontwikkeling zijn € 6,9 miljoen lager dan geraamd in 2015. Dit veroorzaakt geen resultaat in 2015. De oorzaak hiervan is te vinden in de vertraging van de realisatie van de projecten dan wel een gefaseerde doorloop in tijd van de projecten. De projecten, waaronder Herinrichting openbare ruimte Driesprong, Masterplan en herinrichting openbare ruimte Linie-Noord zullen voortgang vinden in 2016. Hiervoor is in de Begroting 2016 al circa € 5,5 miljoen opgenomen. De restantmiddelen, circa € 1,4 miljoen worden hieraan toegevoegd.

(bedragen x1.000 )

 RESERVES

STAND          
1-1-2015

MUTATIES IN 2015

STAND          
31-12-2015

 Wijkontwikkeling

6.575

 -89

    6.486

 Toeristenbelasting

265

-224

41

 Culturele Hoofdstad

80

-80

 WMO/Zorgfonds

3.158

 1.203

4.361

 Onderwijshuisvesting

1.507

514

2.021

 Armoedebestrijding

476

-63

413

 Reserve sociale zaken en werkgelegenheid

2.588

-1.350

1.238

 ATEA algemene reserve

7.945

-692

7.253

Totaal reserves

22.594

-781

21.813

Toelichting reserves (op hoofdlijnen)
Reserve Wijkontwikkeling

In de Reserve Wijkontwikkeling zijn onder andere middelen gereserveerd voor de afwikkeling van de projecten van Wijkontwikkeling, waaronder onder andere. Masterplan, Herontwikkeling Driesprong en herinrichting openbare ruimte Linie-Noord.

Daarnaast zijn er per 1-1-2015 middelen gereserveerd binnen de Reserve Wijkontwikkeling voor Wijkimpuls voor de periode 2015-2018, ad € 0,453 miljoen. Hiervan is in 2015 circa € 0,203 miljoen aan kosten verantwoord en onttrokken uit de Reserve Wijkontwikkeling. Het restant, ad € 0,250 miljoen blijft per 31-12-2015 beschikbaar binnen de Reserve Wijkontwikkeling voor Wijkimpuls periode 2016-2018.
De Reserve Wijkontwikkeling is inclusief de reserve met betrekking tot de Cashflow Heuvel (grondexploitaties Wijkontwikkeling). In 2015 is met betrekking tot de Cashflow Heuvel € 0,627 miljoen gedoteerd aan de Reserve Wijkontwikkeling. Circa € 0,7 miljoen wordt voorgesteld bij de resultaatbestemming te doteren aan de Reserve Wijkontwikkeling. Daarnaast wordt voorgesteld om € 0,230 miljoen te reserveren binnen de Reserve Wijkontwikkeling voor werkzaamheden met betrekking tot het verminderen van de parkeerdruk rondom Dr. Struyckenplein.

Reserve Toeristenbelasting

Begin 2015 is op basis van de goedgekeurde resultaatbestemming bij de Jaarrekening 2014 een bedrag onttrokken van € 264.961. In 2015 is door de Belastingsamenwerking West-Brabant voor € 400.159 aan toeristenbelasting opgelegd. Met als uiteindelijk resultaat dat er een storting in de reserve heeft plaatsgevonden van € 40.667. Uit hun jaarcijfers blijkt de verwachting dat over de jaren tot en met 2015 nog een bedrag zal worden opgelegd van € 89.000. Dit laatste bedrag is opgenomen in het resultaatbestemmingsverzoek 2015 om ook nog te mogen storten in deze reserve.

Reserve Culturele Hoofdstad

Begin 2015 is op basis van de goedgekeurde resultaatbestemming bij de jaarrekening 2014 het volledige bedrag onttrokken van € 80.000 en is als vrijval toegevoegd aan de centrale begrotingsreserve.

Reserve onderwijshuisvesting

Zoals aangekondigd bij de 2e Berap wordt voorgesteld om het saldo van € 2,02 miljoen van de reserve Onderwijshuisvesting bij resultaat bestemming te laten vrij vallen.

Reserve Wmo / Zorgfonds

Op basis van de goedgekeurde resultaatbestemming bij de Jaarrekening 2014 is een bedrag van € 1,7 miljoen aan deze reserve toegevoegd. Een bedrag van € 536.450 is onttrokken ter dekking van de kosten die gemoeid waren met de continuering van Housing first in 2015 ( raadsvoorstel 43346).

Reserve Armoedebeleid

Een bedrag van € 0,2 miljoen is conform besluitvorming resultaatbestemming 2014 volledig ingezet voor uitgaven bijzondere bijstand voor re-integratiecliënten (bijvoorbeeld kosten kinderopvang en reiskosten).
Daarnaast is een bedrag van € 0,063 miljoen aan de reserve onttrokken voor het tijdelijk 'ondersteuningsfonds voor woonlasten'. In totaliteit is hier voor de periode 1 juli 2015 - 1 juli 2016 een bedrag van maximaal € 0,4 miljoen voor beschikbaar gesteld.

Reserve Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Conform het bestuursvoorstel (nummer 43471) met betrekking tot maatregelen om te komen tot een sluitend meerjarenperspectief voor BUIG en P-budget (inclusief SW), is een bedrag van € 1,3 miljoen aan de reserve onttrokken.

(bedragen x1.000 )

 Voorzieningen

STAND          
1-1-2015

MUTATIES IN 2015

STAND         
 31-12-2015

Vrz ECO-Cultuur 

 19

 -11

Totaal voorzieningen

 19

-11 

Toelichting voorzieningen (op hoofdlijnen)
Voorziening ECO-Cultuur

Met de jaarlijkse storting vanuit de exploitatie cultuur van € 11.500 en de noodzakelijke aanwending in 2015 van € 21.667 komt het bedrag van deze voorziening eind 2015 op € 8.459.

(bedragen x1.000 )

Investeringen

Totaal beschikbaar krediet2015

werkelijke uitgaven 2015

vrijval 2015

Nog af te wikkelen krediet 2015

2016

2017

2018 e.v.

 Bruisend waterplein

187

-9 

196 

 Wonen

341 

84 

257 

257 

 Ingenhouszplein

317 

148 

169 

169 

Totaal

845 

223 

196 

426 

426 

Toelichting investeringen (op hoofdlijnen)
Wonen: Betreft krediet verplaatsen van de kermisexploitanten. De eerste fase van de verplaatsing, van Minervum naar Baarschot, is afgerond. Het resterend krediet is benodigd voor fase 2, verplaatsing van kermisexploitanten van Hoogeindsestraat naar elders.
Ingenhouszplein: de middelen worden in 2016 ingezet voor onder andere de heraanleg van de Vestkant.
Bruisend Waterplein: tegenover de vrijval aan de lastenkant staat nagenoeg hetzelfde bedrag aan vrijval aan de batenkant. Hiermee is deze investering afgewikkeld.

Kansen en risico's

Een aantal risico's betrekking hebbend op dit programma zijn reeds in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen. Daarnaast zijn de volgende kansen en risico's van belang:

Wet BUIG
De beschikbare BUIG gelden nemen tot en met 2017 af. De huidige economische ontwikkelingen zorgen nog niet voor een dusdanige groei aan werkgelegenheid, dat dit een positief effect heeft op het aantal uitkeringsgerechtigden. Bij de besteding van het beperkte BUIG budget wordt gekozen voor maximale inspanning om de meest kansrijke groep uitkeringsgerechtigden weer terug de arbeidsmarkt op te krijgen. De financiële middelen die beschikbaar zijn om degenen met de grootste afstand naar de arbeidsmarkt te ondersteunen, zijn marginaal. In combinatie met weinig beschikbare banen zorgt dit voor een structureel groot bestand aan uitkeringsgerechtigden, met weinig tot geen uitzicht op betaald werk op relatief korte termijn.

Verbonden partijen
Het risicobeeld over 2015 ten aanzien van de verbonden partijen, is ongewijzigd.

Toereikendheid budget Wmo bestaande taken
In 2015 is er door de nieuwe aanpak vanuit de gemeente strak gestuurd op het gebruik van voorzieningen vanuit de Wmo, Participatie, Beschermd Wonen en Jeugdhulp. Omdat mensen niet langer recht hebben op voorzieningen hebben we strikt kunnen financieren wat echt nodig is. We zijn als gemeente dan ook binnen de beschikbare financiële ruimte gebleven. De bezuinigingen op individuele (maatwerk) voorzieningen hebben plaatsgevonden, maar investeringen in versterking van eigen kracht en algemene voorzieningen hebben nog niet plaatsgevonden. De belofte om tijdig, op maat, integraal en aanvullend op eigen kracht ondersteuning te bieden is nog niet waargemaakt. De focus in Breda Doet is dan ook om gericht te investeren in maatregelen die ervoor zorgen dat we de belofte wel waar kunnen maken.

Economische ontwikkelingen
Het geschetste risicobeeld over 2015 ten aanzien van de economische ontwikkelingen, is ongewijzigd.

Verwijzingen en aanvullende informatie