Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Algemeen

De jaarrekening is opgemaakt volgens de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de Verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (de Financiële Verordening Gemeente Breda).
De geconsolideerde cijfers van deze jaarrekening gaan over alle bij de Gemeente Breda behorende organisatieonderdelen.

Waardering

De activa zijn in beginsel gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Voor materiële vaste activa geldt dat de verkrijgingsprijs, waar van toepassing, is verminderd met ontvangen bijdragen van derden die in directe relatie met het actief staan, subsidies en bijdragen uit reserves. De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De geleasede activa in het kader van financiële lease zijn gewaardeerd op basis van economische waarde, onder schulden is de contante waarde van de nog resterende leasetermijnen verantwoord. Operationele lease beschouwen we als huur. In uitzonderingssituaties is de marktwaarde als waarderingsgrondslag gehanteerd, wanneer deze voor voorraden en deelnemingen lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.

Uitgangspunt is dat de materiële vaste activa met economisch nut altijd zijn geactiveerd. Investeringen met een maatschappelijk nut zijn slechts geactiveerd als er onvoldoende financiële middelen zijn voor dekking uit reserves of via de exploitatierekening. Dit sluit volledig aan op het BBV. Waar we investeringen met een maatschappelijk nut afschrijven gelden de termijnen uit de Afschrijvingsverordening.

In de door de gemeenteraad vastgestelde Afschrijvingsverordening staan de geldende afschrijvingstermijnen. De jaarlijkse afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur en zijn in principe lineair bepaald. Bij uitzonderingen gebruiken we de annuïtaire afschrijvingsmethode, gerechtvaardigd vanuit externe omstandigheden, bijvoorbeeld vanuit een match met rijkssubsidies. In deze Afschrijvingsverordening bepaalde de raad uit praktisch oogpunt dat investeringen met een aanschafwaarde onder de € 10.000 niet geactiveerd hoeven worden.

De grondvoorraden en onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs verminderd met al ontvangen verkoopopbrengsten. Voor verliesgevende grondcomplexen bestaat een voorziening. De gemeente heeft extracomptabel inzichtelijk gemaakt welke winstpotentie er is voor de complexen die naar verwachting afsluiten met een batig saldo. Winstneming gebeurt op het moment dat de winst is gerealiseerd. Vaak is dat wanneer het complex in financiële zin is afgerond. Tussentijds kan ook al winst worden genomen. In dat geval gaan we ervan uit dat het deel van de winst dat wordt onttrokken aan de exploitatie en toegevoegd aan de weerstandscapaciteit, is gerealiseerd. Om dat te bepalen, kijken we naar de boekwaarde, de nog te ontvangen inkomsten uit grondverkopen en de nog te betalen kosten van bouwrijp maken. Er zijn criteria voor het tussentijds nemen van winst van grondexploitaties.

De overige kortlopende activa, zoals debiteuren, overige vorderingen en liquide middelen, zijn opgenomen tegen de nominale waarde, verminderd met een voorziening voor oninbaarheid.

Kortlopende passiva, zoals crediteuren en overige schulden zijn ook opgenomen tegen nominale waarde.

Voorzieningen voor planmatig onderhoud zijn onderbouwd met een meerjarenperspectief. Voor afvalstoffen en riolering zijn er voorzieningen, waarin jaarlijkse resultaten worden geëgaliseerd.

De algemene reserves dienen als algemeen financieel weerstandsvermogen. In bestemmingsreserves zijn bedragen gereserveerd voor (specifiek) benoemde toekomstige uitgaven of bijdragen aan budgetten.

Op bijzondere waarderingsgrondslagen van specifieke balansonderdelen gaan we in bij het betreffende onderdeel in de toelichting op de balans.

Resultaatbestemming

De mutaties in reserves waarover de gemeenteraad bij begroting(swijziging) al besloot, worden verantwoord na de bepaling van het bruto resultaat volgens de rekening van baten en lasten. Het resultaat volgens de rekening van baten en lasten leidt, samen met de mutaties in de reserves waarover de raad al besloot, tot een nog te bestemmen nettoresultaat. Het nettoresultaat staat als afzonderlijke post op de balans. De gemeenteraad besluit over de resultaatbestemming bij de behandeling van de jaarrekening.