Kapitaalgoederen

Inleiding

De paragraaf kapitaalgoederen gaat over het onderhoudsniveau van kapitaal investeringen en is met name gericht op kapitaalgoederen in de openbare ruimte of voor het openbaar belang. Kapitaalgoederen zijn investeringen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut. Deze kapitaalgoederen kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën:

  • infrastructurele kapitaalgoederen zoals wegen, rioleringen en kunstwerken;
  • voorzieningen zoals openbaar groen, verlichting of sportfaciliteiten;
  • gebouwen en installaties.

In deze paragraaf wordt ook ingegaan op de wijze van onderhoud van met name de zwaardere voertuigen. De mate van onderhoud bepaalt de kwaliteit van de kapitaalgoederen. Omdat kapitaalgoederen een meerjarig nut kennen, wordt het onderhoud structureel gepland.

Beheer en onderhoud van de publieke ruimte

In het najaar 2013 is het beleidskader Kapitaalgoederen Openbare Ruimte bestuurlijk vastgesteld. De vijf kapitaalgoederen wegverhardingen, openbare verlichting, bomen, civieltechnische kunstwerken en waterwegen worden volgens het vastgesteld beleidskader op een Bmin-niveau (veilig, functioneel en duurzaam) beheerd en onderhouden.
In 2014 en 2015 zijn beheerplannen voor de vijf kapitaalgoederen opgesteld waarin het algemeen geldend Bmin-niveau per kapitaalgoed verder is uitgewerkt. Deze worden in het voorjaar 2016 bestuurlijk afgerond.

In de reguliere begroting zijn voor het op peil houden van vastgestelde Bmin-niveau structureel de benodigde financiële middelen beschikbaar. Hiervoor is vanaf 2015 een voorziening ingesteld.

Voor het inlopen van de onderhoudsachterstand bij wegverhardingen (ernstige schades uit de periodieke weginspectie) is eveneens een aflopende voorziening ingesteld. Voor dit achterstallig onderhoud is in totaal  € 20 miljoen beschikbaar gesteld, € 2,5 miljoen in de exploitatie 2014 en het restant in de voorziening.

Over de uitnutting van de desbetreffende voorzieningen wordt elders in dit verslag gerapporteerd.

In 2006 is, in het kader van over de beheersvisie van de openbare ruimte, een principebesluit genomen over de financiering van (toekomstige) areaaluitbreidingen. De uitwerking van de normen voor deze uitbreidingen is in 2011 afgerond. Er wordt nu rekening gehouden met een toename van de kosten van:

  • Woongebieden € 2,25 per m2
  • Bedrijventerreinen € 1,41 per m2
  • Natuurgebieden € 0,52 per m2
  • Centrumgebieden€ 3,18 per m2

Beheer en onderhoud riolering

Het beheer en onderhoud van de gemeentelijke riolering is bepaald in het  Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (V-GRP 2014-2018).
Binnen dit V-GRP is er naast aandacht voor de afvalwaterzorgplicht (de duurzame instandhouding van de riolering), ook aandacht voor de hemelwaterzorgplicht en grondwaterzorgplicht. Binnen de afvalwaterzorgplicht wordt het afvalwater getransporteerd naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. De gemeente dient daarvoor het rioolstelsel en de gemalen te onderhouden. Met vaststelling van het vernieuwde vGRP is een weg ingeslagen om met behoud van kwaliteitsniveau en financieel kader meer te sturen op outcome in plaats van output. Bij de zorgplicht hemelwater is er een aantal opties om er voor te zorgen dat het regenwater minimale overlast veroorzaakt door het transporteren naar de zuivering, naar het oppervlaktewater of door het te infiltreren in de grond. Bij de zorgplicht grondwater heeft de gemeente de rol om bij vastgestelde overlast de burger naar de juiste instantie te verwijzen (gemeente, waterschap, provincie of particulier) en als het om overlast gaat, op gemeentegrond, dit probleem binnen haar vermogen op te lossen. Binnen het verbrede GRP worden projecten uitgevoerd om aan de verschillende zorgplichten invulling te geven. Hierbij kan gedacht worden aan het aanleggen van een gescheiden rioolstelsel in bepaalde wijken, het vervangen van riolering, die niet meer aan de kwaliteitseisen voldoet, en het onderhouden van gemalen en drukriolering.
De burgers en bedrijven van Breda betalen een rioolheffing. De opbrengst hiervan dient geheel aan het vervullen van de drie zorgplichten besteed te worden. De uitgevoerde werkzaamheden in 2015 zijn verlopen conform de vastgestelde jaarschijf. Het totale investeringsvolume van 2015 is volledig uitgenut. Er is in totaal een geringe extra investering uitgevoerd van ca. € 0,2 miljoen. Deze zal in mindering gebracht worden op het investeringsjaar 2016.

Het volume is uitgegeven aan groot onderhoud en vervanging in het kader van de drie zorgplichten uit het V-GRP. Het grootste deel (circa 80%) hiervan gaat naar de afvalwaterzorgplicht (riolering en waterzuivering).

Beheer en onderhoud accommodaties

Bij de Jaarrekening 2015 is de toereikendheid bepaald van de onderhoudsvoorzieningen over de periode 2016-2025 voor alle gemeentelijke gebouwen die in eigendom zijn van de directie Beheer (Vastgoedbeheer en Parkeerbedrijf). Dit is inclusief het binnenonderhoud dat voor rekening van de gemeente komt. De basis wordt gevormd door de meerjarenonderhoudsraming van Planon (over 10 jaar), de dotaties in de begrotingen en de stand van de voorzieningen per 31 december.
Naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek naar de toereikendheid van de onderhoudsvoorzieningen voor de gebouwen van Vastgoedbeheer is een eenmalige extra dotatie gedaan van € 5,1 miljoen en heeft een onderlinge herverdeling plaatsgevonden tussen de verschillende voorzieningen. Deze aanpassing maakt ook deel uit van de mutatie 2015.

Beheer en onderhoud voertuigen

Het wagenpark bestaat uit 35 vuilniswagens, 11 haakarm-kraanwagens, 6 lichte vrachtwagen, 61 bedrijfswagens en 24 personenwagens/combovoertuigen. De onderhoudstoestand van het wagenpark is goed. Aan de hand van de technische staat van de voertuigen wordt jaarlijks een onderhoudsprogramma uitgevoerd. Hiervoor zijn raamovereenkomsten voor meerdere jaren afgesloten. Als de technische staat van het voertuig dat nodig maakt, worden er daarnaast ook nog kosten voor revisies/modificaties geraamd. Momenteel wordt bijvoorbeeld voor de zware voertuigen gewacht op milieuvriendelijke motoren/technieken. De vervanging van alle tractiemiddelen is voor de komende jaren uitgewerkt in een gefaseerd vervangingsplan waarbij de insteek is om te blijven voldoen aan de actuele gemeentelijke normen voor luchtkwaliteit en landelijke milieueisen. Op het moment van afroep wordt onder andere gekeken naar de beschikbaarheid en toepasbaarheid (bijvoorbeeld in de bedrijfsvoering) van hybride, low emissie en elektra en wordt rekening gehouden met duurzaamheidscriteria die door met Ministerie van Water, Verkeer en Leefomgeving zijn vastgesteld.